Nieuws

‘Het stadscafé moet van iedereen worden’

 

Met het vierde Stadscafé voor de boeg op 26 juni in de Centrumgarage is het tijd voor een kleine terugblik. Heeft het café zich ontwikkeld tot het ideale podium voor burgerinitiatieven? Heeft het de ambities waargemaakt? En welke potentie blijft onbenut? We leggen de vragen voor aan Bart Ellenbroek, beleidsontwikkelaar en stadscoach bij de initiator van het stadscafé: de Stadsbeweging.

 

Bart Ellenbroek (midden)Zin in het vierde stadscafé op 26 juni?

Bart Ellenbroek: “Zeker, ik hoop dat er weer een hoop mooie initiatieven worden gepresenteerd.”

 

Mooi, wij ook! Hoe ben jij eigenlijk betrokken bij het Stadscafé?

“Ik ben beleidsontwikkelaar en stadscoach bij de stadsbeweging, dat samen met o.a. Architectuurcentrum Rondeel het stadscafé organiseert. De Stadsbeweging is een initiatief van de Provincie Overijssel met als doel om stadscentra levend en vitaal te houden. We zien onszelf als onderdeel van de beweging in de stad. We zijn net als vele inwoners, organisaties, overheden en ondernemers echte stadsbewegers: we dragen de stad een warm hart toe en spelen een actieve rol. Vanuit de provincie kunnen we diverse ondersteuningstools inzetten waaronder Stadscafé’s, stadscheques, fondsen en visieontwikkeling. Ook voor grotere investeringen kan de Stadsbeweging een partner zijn van de stad. Op deze manier proberen we de binnensteden van Overijssel een duwtje in de rug te geven.”

 

Waarom is dat duwtje in de rug nodig?

“Veel stedelijke centra staan onder druk. Er wordt minder gewinkeld, de leegstand stijgt, grote warenhuizen verdwijnen en sommige stedelijke gebieden verpauperen. Gelukkig is in veel steden een beweging ontstaan die deze negatieve tendens doorbreekt. De Stadsbeweging levert hier een actieve bijdrage aan op een nieuwe manier. Dat betekent dat we aansluiten bij de energie die er al is in de binnenstad en initiatieven ondersteunen die vaak ‘van onderop’ ontstaan. We leggen dus niets op maar zijn partner van de stad.”

 

Is het stadscafé hier in de eerste drie edities een goede manier voor gebleken?

“Absoluut. Ik denk dat de belangrijkste waarde van het stadscafé de verbinding is die het heeft gebracht. Je bent met veel mensen op één plek met verschillende disciplines en achtergronden, mensen die ideeën hebben, er kunnen snel beslissingen worden genomen. Het gevolg is ook dat er met behulp van het stadscafé, en de bijbehorende stadscheques (een stimuleringsbijdrage van 2500 euro), een paar mooie initiatieven tot ontplooiing kwamen.”

 

Springen er voor jou nog initiatieven uit?

“Voor mij persoonlijk is dat de aanpak van de stadsentrees, als poorten naar een vitale binnenstad. Met daarbij de aanpak van de Smidsgang en van de Nieuwstraat in het bijzonder. De ideeën voor de Nieuwstraat werden voor het eerst gepitcht op het stadscafé door Sjoukje Bouwman. Zij sprak over verfraaiing van de Nieuwstraat met een ‘ontmoetingstuin’ op het plein voor het oude postkantoor. Haar idee maakte Frans Holleman van BPD ontwikkeling enthousiast. Met zijn hulp en die van betrokken stedenbouwkundig ontwerpers is dit plan uitgewerkt en écht geland in de buurt. Een typisch bottom-up-idee van de wijk voor de wijk. Een ander mooi voorbeeld vind ik het stadsstrand, een bijzonder concept. Dit initiatief was de eerste ontvanger van de stadscheque.”

 

Toch blijkt de uitvoering van initiatieven moeizaam te zijn, ondanks enthousiaste reacties tijdens het stadscafé. Zowel het stadsstrand als de vergroening van de Nieuwstraat liepen tegen een bureaucratische muur aan. Wordt het niet tijd voor betere afstemming op bestuurlijk niveau? Bijvoorbeeld tussen de Provincie en de gemeente?

“De Stadsbeweging kun je zien als een pionier. We kiezen voor een andere aanpak en dat betekent een verandering op veel terreinen, dus ook op bestuurlijk niveau. Dat voelt nog onwennig en heeft vooral tijd nodig. Die ontwikkeling gaat stap voor stap. Van al die stappen leren we, niet alleen de bestuurders, maar ook de Stadsbeweging. Communicatie is een goed voorbeeld van zo’n verbeterpunt. Dat zijn we nu aan het oppakken. De stad en de Stadsbeweging kunnen elkaar helpen bij al die stappen en natuurlijk geeft dat soms wrijving. We zullen goed moeten blijven overleggen, aansluiten, samenwerken en werken aan betere afstemming. Zo kunnen we ervoor zorgen dat de wrijving glans geeft.”

 

Koos Janssen, initiator van het stadsstrand, uitte het kritiekpunt dat er te veel geld wordt uitgetrokken voor de marketing en organisatie van het stadscafé. Geld dat beter besteed kan worden aan initiatieven. Wat vind je van dit punt?

“Ik ken de kritiek, maar weet dat dit een ingewikkelde afweging is. Je wil aan de ene kant elke euro het liefst aan een initiatief uitgeven, aan de andere kant moet je de bekendheid van het stadscafé vergroten om meer verbinding te creëren met de stad en initiatieven op te halen. Mijn ideaalplaatje zou zijn dat straks het stadscafé zoveel voet aan de grond heeft gekregen en bekendheid geniet, dat marketing nauwelijks meer nodigStadscheque Stadscafé Deventer is en het zichzelf ‘verkoopt’.”

 

Het gevoel na drie stadscafés is dus goed. Maar wat nu als we naar de toekomst kijken. Wat moet er gebeuren om het stadscafé als concept te laten groeien?

“Ik hoop dat het nóg meer van de stad wordt. We zien al een mooie ontwikkeling. In het begin kwamen de ‘usual suspects’ uit de kennissenkring van de organisatoren met ideeën, maar dat verandert. We zien willekeurige mensen met hart voor de stad een initiatief presenteren. Hopelijk groeit het aantal bewoners en mensen uit de culturele sector dat initiatieven ontplooit de komende jaren. De stad is immers van iedereen, laten we de stadscafés ook van iedereen maken.”

 

26 juni: Stadscafé D4: Deventer bruist van de ideeën

 

 

Interview door Luuk Talens

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *