Masterclass: Biobased, regeneratie en het Symbioceen.
Op de Dag van de Architectuur (14 juni) hebben Daan Josee en Annelot Wartna ons meegenomen in hun theorie en praktijkervaring over bouwen in balans tussen mens en natuur. Dit gebeurde aan de hand van stellingen en ontwerpadviezen. Het publiek werd getrakteerd op een bevlogen verhaal en stelde ook vragen aan de inleiders. Er werden een aantal voorbeelden getoond waar de principes van biobased bouwen zijn toegepast. De lezing is een waardevolle bijdrage aan het gedachtengoed van het toekomstige bouwen en de rol van de architectuur.
Een aantal noties uit de masterclass van Daan Josee en Annelot Wartna:
Circulair bouwen op basis van hergebruik is niet mogelijk zonder verlies aan grondstoffen. Daarom is afbreekbaarheid en regeneratie zo belangrijk. Biobased bouwen is eigenlijk het echte circulaire bouwen, uitgaande van de natuurlijke kringloop. Biobased bouwen is daarmee de ultieme troefkaart voor een regeneratieve samenleving en dat is inmiddels volgens velen, de enige volhoudbare samenleving.
Het systeem van beoordeling op basis de huidige normen b.v EPC of BREEAM sluit onvoldoende aan bij wat we werkelijk verwachten van een biobased gebouw. We kijken nu naar afzonderlijke prestaties en nog niet naar de totale kringloop.
Biobased bouwen vraagt om een andere manier van kijken naar onroerend goed. Bouwmaterialen met een lange levensduur, zoals hout, moeten zo worden verwerkt, dat ze kunnen worden hergebruikt in een volgend gebouw. Je gebouw wordt dan een materialenbank. Hergebruik loopt stuk als je achteraf alles moet nummeren, archiveren en opslaan. Advies is, merk en label de materialen vooraf en maak op basis daarvan een gebouwpaspoort.
Biobased is “a way of live”. We hebben de natuur onterecht zoveel mogelijk buitengesloten in onze luchtdichte woningen. Verbinding tussen binnen en buiten is juist belangrijk. Biobased is ademend, dampopen bouwen. De natuur is zowel in ons als om ons, daarom voelen we ons het prettigst in een ademende omgeving.
Biobased Bouwen vraagt om parallele sturing in integrale ontwerpteams, omdat de creativiteit van alle professionals en wederzijdse beïnvloeding nodig is om tot een succesvol eindproduct te komen. Dat wil zeggen dat de disciplines niet volgtijdelijk aan de gang gaan, maar gelijktijdig en met onderlinge beïnvloeding op basis van de bevindingen. De ontwerpers zitten al vanaf het begin aan tafel, evenals de bouwers en andere professionals. Zo’n parallel en integraal werkend team is vindingrijk en innovatief en juist het weer opbloeiende biobased bouwen heeft daar in het bijzonder baat bij.
We moeten op een andere manier naar bouwmaterialen gaan kijken en die materialen (financieel) gaan waarderen. Traditionele vastgoedwaardering voldoet niet meer. Sommige materialen hebben een lange levensduur en andere materialen zijn vergankelijker. Daar moet onderscheid in gemaakt worden. Maak de standaardvormen van de harde delen, universeel toepasbaar, laat de vorm van het gebouw over aan de zachte biobased materialen. Biobased en regeneratieve economie vraagt om een heroriëntering op het architectenvak en de vastgoedwaardering.
Maak onderscheid tussen snelle en langzame groei van biobased grondstoffen. De langzame groeiers moet lang meegaan en de snelle groeiers kunnen ook sneller worden vervangen.
Energetisch denken is essentieel bij biobased bouwen. Ook de natuurlijke processen, de eigenschappen (zoals CO2 opname) en werkingen (b.v. isolatiewaarde) van biobased bouwmateriaal moeten meegenomen worden in boekhouding.
Biobased bouwen en biomimesis (= het adopteren van de wijze waarop de natuur werkt, de mechanismen die de natuurlijke opslag en uitstoot van voedingsstoffen en afvalstoffen sturen) zijn sterk aan elkaar verwant en koppelt biotisch materiaalgebruik aan natuurlijke processen.
Biobased is ook aan de natuur laten wat in de natuur hoort en die rol niet willen overnemen. Een vogel maakt het liefst een nestje in een boom en niet in een, door de mens ontwikkeld nestkastje. Door zelf te moeten bouwen houdt de vogel zijn bouwvaardigheid op peil 😊.
Biobased en salutogenesis (= gezondheid, welbevinden) is een benadering, die zich richt op factoren, die welbevinden en gezondheid stimuleren in plaats van de factoren, die ziekte veroorzaken. Biobased is het gezonde en het natuurlijke alternatief en verdient dus de voorkeur.
In biobased constructies is het makkelijker om onderscheid te maken tussen vormvastheid en vormveranderlijkheid (flesh and bones principe). Omdat de biobased materialen licht en bewerkbaar zijn kunnen ze makkelijk aan een nieuwe situatie worden aangepast en hergebruikt. Voor de vormvaste materialen geldt dat niet, dus is het raadzaam hier bij het ontwerp rekening mee te houden. Het getoonde voorbeeld van een vormveranderlijke jute zak met grind als massa in een houten vloer i.p.v. een extra toegevoegde vormvaste, moeilijk herbruikbare, betonplaat, is daar een mooi voorbeeld van.
Met biobased bouwen kan de technische infrastructuur van een gebouw kleiner zijn. Dat is mogelijk doordat een biobased constructie een communicerend vat is met de energetische omgeving en daarmee meebeweegt met de gradiënten in de natuur. De instrumentele techniek hoeft dan alleen in te vallen om de wisselvalligheden van de natuur te ondervangen. Deze samenwerking van gebouw, natuur en instrumentele techniek levert per saldo een winst op.
Biobased bouwen toont vertrouwen in de natuur in tegenstelling tot het gesloten, hermetische, bouwen dat zich verzet tegen de natuur en in de ban is van de angst voor verlies. Dat is niet het oogmerk van biobased bouwen die juist in het teken staat van de samenwerking en uitwisseling met de natuur.
Biobased doet een beroep op terugname, herplaatsing en vertering en is daarmee een regeneratieve strategie. Daarmee is biobased een stap verder dan het circulair bouwen in de zin van alleen hergebruik van bouwmateriaal.
Biobased gebouwen staan dichter bij de fysiologische behoeften van mens, dier en plant, vanwege de ademende constructie en koppelt daarmee biobased bouwfysica aan biofysica.
Biobased stemt hoopvol!