Jord den Hollander filmt uitersten van Carel Weeber
Documentairemaker Jord den Hollander ging dit keer niet met zijn filmcamera op pad, maar bracht samen met beeld researcher Barbara Kist filmopnames bijeen voor een documentaire over de omstreden architect en hoogleraar Carel Weeber. Het leverde de film The World According To Weeber op, 22 mei vertoond bij Cinema Rondeel. Filmmaker Den Hollander zorgde voor een inleiding en ging na afloop met de zaal in gesprek. De avond in MIMIK trok zestig bezoekers.
Wat die wereld volgens Weeber is, moest iedere bezoeker na afloop toch ook een beetje zelf destilleren uit het vele beeldmateriaal dat Den Hollander en researcher Kist (ook beeld researcher van VPRO Zomergasten) opdoken uit allerlei archieven. ,,We kwamen ongelooflijk veel beeldmateriaal tegen. Het was moeilijk om daar een lopend verhaal van te maken’’, gaf Den Hollander ook zijn worsteling toe.
Omstreden projecten.
Te zien was een caleidoscoop aan interviews met de architect, televisie-items waarin hij een rol speelde, gesprekjes met bewoners van zijn meest bekende en deels omstreden projecten en ook eigen beeldmateriaal dat Weeber tijdens zijn carrière als architect en hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft veelvuldig zelf maakte. Weeber, in 1937 op Curaçao geboren, overleed begin februari van dit jaar.
Den Hollander leerde Weeber kennen toen hij als student aan de TU Delft colleges bij hem volgde. Nadat hij als afgestudeerd architect de weg van filmmaker koos, kwam hij opnieuw in contact met Weeber, met wie hij zijn leven lang bevriend bleef, vertelde filmmaker Den Hollander, een persoonlijke band die meerwaarde had voor de documentaire, en ook de filmavond.
Veel gefilmd.
,,Ik heb veel met Weeber gefilmd, over zijn mening over welstand, bijvoorbeeld. Dat had politieke gevolgen, de welstand ging op de schop en daar genoot hij van. Maar hij zat ook zelf in welstandscommissies, want, zo zei hij: als je mensen wilt bestrijden, moet je er ook tussen zitten. Met zijn familie en een groep vrienden hebben we hem in Leuven begraven. Dat was pijnlijk, maar hij was voldaan over zijn leven.’’
Op de première van de documentaire zag Den Hollander Weeber voor het laatst. ,,Ik zei dat ik met de film op tournee zou gaan. Mag ik mee, vroeg hij nog. Eigenlijk zit Weeber bij ons op de achterbank’’, vertelde Den Hollander, die daags na de vertoning in MIMIK met Kist naar Groningen reisde voor een volgende vertoning.
Een rebel.
De documentaire liet Weeber zien als een architect die in zijn ontwerpen grenzen opzocht en met zijn uitspraken en oordelen in het debat over architectuur en stedenbouw voor controversen zorgde. ,,Net als Ernest Groosman en Herman Herzberger was Weeber een rebel, hij hield ervan de boel op te ruien. Hij was tegendraads, humoristisch, intelligent en heel sterk in het mensen in verwarring brengen. Dan vroeg hij: Is dat zo? Kan het niet anders? Toen ik mijn eerste stedenbouwkundige tekening voor hem uitrolde, keek hij er een tijdje naar en zei: ja, zo kan het ook. Hij wees je niet een richting op, maar naar een goede analyse. Deze tijd zou zo iemand goed kunnen gebruiken. Iemand die vragen stelt’’, zo zei Den Hollander.
Streven naar maximum.
Dat deed hij ook met zijn architectuur, zo bleek uit het beeldmateriaal. Twee van zijn meest bekende ontwerpen zijn de woongebouwen De Zwarte Madonna in Den Haag (1985, 336 woningen, inmiddels gesloopt) en De Peperklip in Rotterdam (1982, 549 woningen, beide voor de sociale huur). Gebouwen waarbij hij voor de huurders het maximum haalde uit de bouwkosten en het woonoppervlak dat hij daarmee kon realiseren, als antwoord op de strikte regels die er golden en de vraag van opdrachtgevers naar een optimale bouwproductie, en als reactie op de bloemkoolwijken die in de jaren zeventig ontstonden, die hij omschreef als de ‘’nieuwe truttigheid’’.
Vrijheid voor bewoner.
Het leverde kolossale, monotone gebouwen op die zowel in de architectuurwereld als bij bewoners omstreden waren maar ook bewonderd werden. Zo vonden bewoners van De Peperklip het gebouw foeilelijk en moesten vooral de ronde delen (die er de vorm van een peperklip aan gaven) snel weer worden gesloopt. Maar Den Hollander wees ook op wat rap-muzikanten die voor een publicatie een fotoplek moesten uitzoeken.
,,Dat werd De Peperklip, want daar waren ze in hun jeugd gelukkig geweest. Hij zocht de grenzen op die hem geboden werden, hij wilde zoveel mogelijk bieden voor het budget dat hem ter beschikking was gesteld. Daarmee creëerde hij ook een zekere vrijheid voor de bewoner om een zo groot mogelijke woning te krijgen.’’
Woonconsument.
Toen halverwege de jaren negentig de woningbouw aan de markt werd overgelaten, zocht Weeber ook daar het uiterste op. Hij verklaarde zich voorstander van Het Wilde Wonen, waarbij de burger het als woonconsument voor het zeggen zou moeten krijgen. De werkelijkheid bleek weerbarstig. De overheid, welstandscommissies en projectontwikkelaars zouden de architectuur in hun greep houden. Staatsarchitectuur, stelde een desondanks glimlachende Weeber.
Die innemende kant toonde hij ook op zijn geboorte-eiland, waar hij zich na zijn pensionering weer vestigde. Op film liet hij er de kleurrijke en richtingloos gegroeide bouwsels van de plaatselijke bevolking zien. ,,Kwam er een kind bij, dan bouwde je er een stukje aan vast’’, legde Weeber daarbij uit.
Opnieuw een uiterste. Hij ontwierp er zijn eigen woonhuis. Met de korte zijkanten gericht op de heersende windrichting, om natuurlijke ventilatie binnen te halen, met de lange zijkanten in de schaduw, om opwarming te voorkomen. Felrood geschilderd, met een zwembad van heen en terug precies de Olympische afstand, maar ook met speelse pilaartjes van het eiland als balkon-ornament. Na zijn terugkeer naar Europa stond het jaren te koop. Want rijke eilandbewoners en renteniers van elders wilden gewoon een Amerikaanse villa met gouden kranen en een airco in plaats van dat ecologische gedoe. Ook hier verkeerde Weeber weer ergens aan de rand.

