“Ruimte zat in de stad”
24 oktober 2024, Filmtheater MIMIK – Lezing van Reimar van Meding van bureau KAW
De lezing tijdens de bijeenkomst van de prijsuitreiking Deventer Architectuurprijs werd verzorgd door Reimar von Meding, algemeen directeur van adviesbureau KAW. De lezing heeft de uitdagende titel “Ruimte zat in de stad”. Von Meding zette een overtuigend verhaal neer, dat door de aanwezige projectontwikkelaars, beleidsmakers, bestuurders, architecten, e.a. met veel enthousiasme werd ontvangen.
Met gemak plek voor 800.000 huishoudens, was het pleidooi van Reimar von Meding.
Alleen al de herontwikkeling van de Nederlandse winkelcentra in naoorlogse wijken levert plek op voor tienduizenden woningen. Kijk je naar hele wijken, dan kunnen er 800.000 huishoudens bij in Nederland, zonder dat je gekke dingen moet doen. En verbeter je de leefbaarheid bovendien. ,,Twee vliegen in één klap’’, aldus Reimar von Meding, algemeen directeur van de Groningse gebiedsontwikkelaar KAW, gespecialiseerd in de herontwikkeling van woonwijken.
Von Meding zei dat tijdens de lezing die hij hield bij de uitreiking van de Deventer Architectuurprijs 2024 in theater MIMIK. Dat gebeurde in aanwezigheid van wethouder Lars Wijnhoud van de gemeente Deventer, met onder meer ruimtelijke ontwikkeling en gebiedsontwikkeling in zijn portefeuille. Wijnhoud wees eerder op de avond op de 11.000 woningen die Deventer wil bouwen, waarvan het grootste deel in de bestaande stad moet komen.
Daarnaast is er de deal tussen de vorige minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ontwikkeling Hugo de Jonge en de Regio Stedendriehoek, die een extra woningbouwopgave betekent. Ook de huidige minister heeft de Stedendriehoek in het vizier. ,,Dus het zou zomaar kunnen dat dit aantal van 11.000 woningen omhoog gaat’’, stelde Wijnhoud.
De echte krimp
Volgens Von Meding is er heel veel mogelijk in de bestaande stad. ,,De echte krimp in Nederland zit niet in het buitengebied, maar in de naoorlogse wijken in de bestaande stad. Het overgrote deel van de woonwijken is overdag schrikbarend leeg. Hoe dat komt? Eerst woonden er gemiddeld 3,5 mensen in een huis, nu gemiddeld 2,2, terwijl in naoorlogse wijken het gemiddeld aantal bewoners per huishouden al onder de twee zit. Terwijl 70 procent van de Nederlands daar woont.’’
Von Meding adviseert gemeenten en hogere overheden de focus minder op de bouw van nieuwe woningen in nieuwe gebieden te leggen, maar meer op de herontwikkeling van bestaande wijken. ,,Onze machine is erop getraind om iets nieuws te verzinnen. Straks hebben we 20 procent nieuwe woningen, maar kijkt er niemand om naar die andere 80 procent.’’
Volop kansen
Minder inwoners in de naoorlogse wijken betekent toch meer ruimte voor de bevolking, en daar is toch niets mis mee, en met verdichting wordt het voller en komt de leefbaarheid onder druk te staan, krijgt Von Meding vaak te horen. Terwijl volgens hem de gemiddelde gezondheid in die wijken slechter is, de scholen en andere voorzieningen wegtrekken en de kansenongelijkheid toeneemt. Von Meding ziet volop kansen. ,,De winkelcentra in die wijken zijn nu grote parkeerplaatsen. Die ruimte kun je gebruiken voor woningen en functies die verdwenen zijn. In die winkelcentra in Nederland zou je zo twee keer een stad als Deventer kunnen stoppen.’’
Volgens Von Meding is de opdracht om de leefbaarheid juist te versterken. ,,Je moet de vernieuwing van dit soort wijken heel serieus oppakken. Je maakt de wijk leefbaarder en je voegt woningen toe. Dat zijn twee vliegen in één klap. Op die manier kun je aan 800.000 huishoudens een plek bieden, zonder dat je gekke dingen doet. Tegelijk maak je de wijk socialer, klimaatbestendig en duurzaam op het gebied van energie.’’
Teveel gezinswoningen
Beleidsmakers denken echter nog steeds dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is, stelt Von Meding. ,,Terwijl 26 procent van de gezinnen uit twee ouders en gemiddeld anderhalf kind bestaat, de rest zijn een- of tweepersoonshuishoudens. En intussen blijven we maar gezinswoningen bijbouwen. In Deventer is het nog erger, in de naoorlogse wijken zijn daar nog minder kinderen. Alleen al in een van die wijken kun je 5 procent van de extra woningbouw kwijt.’’
In de jaren zeventig in de stadsvernieuwing begonnen als Koöperatieve Architecten Werkplaats (KAW) legt zijn bureau zich toe op transformaties in de sociale woningsector, waarbij er volgens Von Meding soms nauwelijks verschil is met nieuwbouw. Als voorbeeld noemde hij de vervanging van een verouderd verpleeghuis in Den Bosch door een woongebouw waar ook starters op de woningmarkt wonen, die een aantal uren per week voor de oudere bewoners zorgen. ,,We kunnen dingen bij elkaar brengen door niet meer mono te denken. Alleen al op de plek van verouderde verpleeghuizen kun je in Nederland 26.000 woningen kwijt.’’
In Vlaardingen voegde KAW 300 woningen toe in een wijk van 700 woningen. Tegelijk verdwenen de auto’s naar de rand van de wijk, waardoor er 5000 vierkante meter groen de wijk ingetrokken kon worden. ,,Kinderen kunnen nu weer op straat spelen, de wijk is natuurinclusief geworden en de mensen konden er blijven wonen.’’
Juist bewoners als aanjager
Of de bewoners meteen enthousiast zijn over de veranderingen in hun buurt? Nee, zegt Von Meding. ,,Je moet niet zeggen dat je ergens lekker gaat verdichten. We komen ook niet met de boodschap dat er 300 woningen bij komen. We gaan de belangen met elkaar delen. Veel mensen snakken naar vernieuwing en de meesten denken ook dat het beter wordt. Als je het echt serieus neemt, merk je dat bewoners juist de aanjagers zijn van de vernieuwing. Er is werk aan de winkel. We moeten veel beter omgaan met de dingen die we al hebben.’’