Tentoonstelling Zie de stad rekent af met uitgekauwde ‘mooie plaatjes’
Hoeveel foto’s, tekeningen of schilderijen van de Deventer skyline zouden er bestaan? Honderden, duizenden misschien wel. Maar op geen enkele staat de Lebuinustoren in de steigers. Behalve op de tekeningen van Peter Paul Hattinga Verschure. Zijn tentoonstelling en boek ‘Zie de stad, Deventer in tekeningen’ laat zien dat een stad meer is dan een verzameling mooie plaatjes. Dat blijkt tijdens de opening van de tentoonstelling op 1 maart bij Architectuurcentrum Rondeel.
Expositie
“Hé wat leuk!”, “Ach jullie ook hier?”, “Kerel, wat mooi dat je er bent”. Peter Paul Hattinga Verschure komt handen, wangen en begroetingen tekort deze vrijdagmiddag. Hij opent zijn expositie Zie de stad, Deventer in tekeningen bij Architectuurcentrum Rondeel en daarvoor loopt kunstminnend Deventer in groten getale uit. Het pand aan de Assenstraat is nauwelijks berekend op de aanwezigheid van zo veel bezoekers.
Langs de wanden hangen tekeningen van de hand van Hattinga Verschure. Gedeeltelijk nieuw werk, gedeeltelijk oud werk. We zien impressies van New York, Brussel, Amsterdam en Deventer. Verschillende plaatjes, maar met een onmiskenbare signatuur, zegt een bezoekster. “Je ziet in ieder werk dat Peter Paul ‘en plein air’ werkt. Het leeft, het beweegt, het is nooit statisch als een foto.’’
De stad beweegt
Middenin de drukte van de begroetingen en de felicitaties maakt de kunstenaar tijd om zijn werken uit te leggen. “De mens is een groepsdier’’, vertelt hij. “Het kiest locaties uit waarin het in groepen samenleeft en geeft dit een naam. We noemen het Hiroshima, Memphis, Duisburg of Deventer. Maar de dynamiek die dat groepsgebeuren met zich meebrengt is overal hetzelfde. Die dynamiek wil ik vangen in mijn tekeningen.’’ Waar dit toe leidt? “Het vastleggen van toevallige momenten, die ik zie en teken. Een subjectieve kijk op het ‘proces stad’.’’
Schoonheid als bijkomstigheid
Wat betekent zo’n subjectieve kijk op het ‘proces stad’? Het is het tekenen van een bouwkraan in het centrum van Brussel. Het is een verzameling passanten op een regenachtig stoep in New York en het is een tekening van de Lebuinuskerk in de steigers, met zeecontainers en hekwerken op de voorgrond. Het is niet de idylle of de perfectie die wordt gevangen, maar de vergankelijkheid en de veranderlijkheid van een stad. “Schoonheid is slechts een bijkomstigheid”, zegt Hattinga Verschure. “Bovendien is het aan de lezer of kijker zelf of hij het mooi vindt. Ik wil alleen beschrijven wat ik zie. De stad als plek waar beweging is, waar continu niet bijzondere gebeurtenissen plaatsvinden.’’
Persoonlijke mening
Natuurlijk druppelt door die ogenschijnlijk toevallige tekeningen wel het wereldbeeld van de kunstenaar zelf. “Vooral wanneer je het boek leest, zou je tussen de regels door kunnen ontdekken wat mijn opvatting is over sommige dingen die verdwenen zijn, of wat ik van bepaalde plekken vind.’’ Een tipje van de sluier? “De Smidsgang bijvoorbeeld. Dat vind ik nou een vorm van geanonimiseerde, inwisselbare architectuur midden in onze stad. Zonde.’’
Veelzijdige benadering
Terwijl de kunstenaar verder gaat met handjes geven, kijken bezoekers naar de verschillende werken die hij tentoonstelt in het architectuurcentrum. Naast de pentekeningen met waterverf zien we enkele kijkdozen in het midden van de zaal, met foto’s van steden in verschillende omstandigheden. We zien plaatjes van flitsende wolkenkrabbers en flats met satellietschotels, maar we zien ook de kapotgeschoten straten van Aleppo en de zwarte vlag van Islamitische Staat in het historische Palmyra.
Verderop hangt een scherm met bewegende plattegronden van steden wereldwijd, genaamd ‘De Illustere Stad’. Een leuke quiz voor de bezoekers, zo blijkt. “Dit moet Moskou zijn”, zegt een jonge man, terwijl de rest de schouders ophaalt. Hij heeft gelijk, al mag hij worden verdacht van enige voorkennis. De man is namelijk Matthijs Hattinga Verschure. Inderdaad, de zoon van. Een trotse zoon, zo vertelt hij. “Ik vind het heel erg mooi om allemaal te zien. Ik heb natuurlijk de aanloop meegemaakt, maar als je ziet hoe mooi het boek en de tentoonstelling zijn geworden… Ik ben echt beretrots op hem.’’
Handboek voor bestuurders
De aanwezigen vertrekken in een stoet naar boekhandel Praamstra, waar Hattinga Verschure zijn boek officieel zal presenteren. Het boek vormt een afsluiting, vertelt de kunstenaar. “Ik zie ieder werk dat ik maak als een bouwsteen. Nu is het huis dat ik bouwde met die stenen klaar: het boek is er. Nu gaan bij Praamstra de deuren van dat huis open.’’
Het boek is een resultaat van 25 jaar kijken. Wanneer Hein te Riele, directeur van VVV Deventer, het boek officieel in ontvangst neemt noemt hij het ‘een handboek voor bestuurders en politici’. “Zie de stad leert je kijken naar Deventer. Het leert je zien dat onze stad niet één dag hetzelfde is. En dat kijken naar onze stad een groot goed is.’’
Leren kijken
Hattinga Verschure hoopt dat het naast bestuurders ook de aanwezigen zal inspireren. “Voor mij is het boek een eindpunt, maar het kan voor jullie een beginpunt zijn. Een beginpunt waarin je op een andere manier naar de stad gaat kijken.’’ En dan richt hij zich, enigszins geëmotioneerd, tot zijn zoon Matthijs. “Matthijs, ik overhandig jou dit boek. Jij bent de toekomst. Laat dit een reisgids voor je zijn om altijd te blijven kijken naar je omgeving’’. Een omhelzing volgt. Evenals een luid applaus.
Het boek Zie de Stad. Deventer in tekeningen is vanaf nu verkrijgbaar bij Boekhandel Praamstra voor € 49,95.
De expositie bij Architectuurcentrum Rondeel is gratis te bezoeken tot 19 april 2019:
EXPO | Zie de stad. Deventer in tekeningen