Transformatie te over op Rondeel-excursie naar Tilburg
Transformatie te over op Rondeel-excursie naar Tilburg
Met een flinke serie voormalige spoorweggebouwen, een afgedankt rangeerterrein, wat voormalige kloosters, een buiten de dienst gestelde kerk, een bio-verbouwd stadskantoor en een voormalige graanhaven in transitie naar dynamisch woongebied, toont Tilburg zich grossier in het vertimmeren van gebouwen en gebieden. Architectuurcentrum Rondeel ging er op excursie om inspiratie en lessen op te doen voor transitieprojecten in thuisstad Deventer, en naar aanleiding van het jaarthema van het Rondeel.
De excursie op 14 maart begon in de Tilburgse spoorzone, een gebied bij het Tilburgse station waar in 1867 de voormalige Staatsspoorwegen neerstreken met een reeks werkplaatsen om locomotieven en wagons te onderhouden, als zuidelijk steunpunt van de voorloper van de NS. Dat leverde een groot aantal prachtige bedrijfsgebouwen op die na het vertrek van de NS in 2009 leeg kwamen te staan, waarna de gemeente een groot deel van het gebied kocht, 15 hectare midden in de stad.
Twintig jaar vooruit
Bouwbedrijf en projectontwikkelaar VolkerWessels won vervolgens de Europese aanbesteding van de herontwikkeling van het gebied, waarna de gemeente de herbestemming van het industrieel erfgoed op zich nam en SDK Vastgoed, dochteronderneming van VolkerWessels, de bouw van woningen en bedrijfshuisvesting, een project dat twintig jaar in beslag zal nemen.
Bekend onderdeel van de spoorzone is de LocHal, een immens gebouw waar vroeger locomotieven voor onderhoud naar binnen werden getakeld. Een combinatie van architectenbureaus toverde het gebouw met behoud van oude elementen om tot een druk gebruikte bibliotheek met restaurant, populaire flexwerk-plekken, vergaderruimtes en evenementenlocatie. Een icoon voor Tilburg, en meteen ook het hoogtepunt van de Rondeel-excursie.
Meterslange maquette
Ontwikkelingsmanager Stefan Janszen van SDK Vastgoed, gastheer in het informatiepaviljoen van de spoorzone, liet aan de hand van een meterslange maquette zien welke beslissingen er tot nu toe zijn genomen. Zo hebben gemeente en ontwikkelaar het gebied met twee tunnels met de binnenstad aan de overkant van het spoor verbonden. Van de driebaans-verbindingsweg die in 2013 in de lengterichting door het gebied kwam, hebben gemeente en ontwikkelaar inmiddels spijt. ,,We vonden dat destijds een goed idee, nu willen we de weg weer versmallen, want het is wel een barrière in het gebied’’, vertelde Janszen.
Behoud placemakers
Belangrijk uitgangspunt bij de herontwikkeling was ook de positie van de pioniers in het gebied. SDK en gemeente bieden ze onderdak, zoeken naar andere bedrijven en instellingen die goed in het gebied passen, maar jagen de pioniers na verloop niet weer weg voor huurders die meer kunnen betalen. ,,We proberen de placemakers van het eerste uur te behouden. Je moet er de kansen in zien. Eerst waren het krakers, nu is het een goed functionerende stichting en hebben we bijvoorbeeld Theater De Boemel en Club Smederij, een nachtclub die in een gebouw zit waar vroeger de motoren van de locomotieven werden gestart. We hebben ze omarmd. Ze hebben een meerwaarde voor jongeren.’’
Woningbouw kwam er onder meer op de plek van een voormalig klooster. Voormalig rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol vestigde er een atelier met vijf jonge ontwerpers, die onder haar supervisie de eerste 341 woningen in het gebied ontwierpen, onder meer in de vorm van een hofje. Opvallend in het gebied zijn ook de loodsen waarvan alleen de muren van de eerste verdieping bleven staan, waarna er achter de karakteristieke gevels nieuwe hoogbouw omhoog verrees, een meer recente vorm van erfgoedbehoud, die ook bijdraagt aan de sfeer in het gebied.
Burgerinitiatief
Van spoorterrein naar nieuw gebruik ging ook het rangeerterrein van het vroegere transportbedrijf Van Gend en Loos, nu een multifunctioneel park van 10 hectare in het verlengde van de spoorzone. Een burgerinitiatief voor het gebied leverde 82 inzendingen op met de meest uiteenlopende ideeën, waarna de gemeente tien inzenders met een breed pakket aan ideeën bijeenbracht in een commissie, die samen met een landschapsarchitect vijf jaar werkte aan wat nu het Spoorpark heet. Met een groot evenemententerrein, een nieuwe stek voor de scouting, twee horecapaviljoens, een stadscamping, een uitkijktoren en een reeks wandelpaden ontstond een publiekstrekker in het verder tamelijk versteende Tilburg.
Veel geld, weinig ruimte
Dat hergebruik ondanks alle goede bedoelingen niet altijd succesvol is, liet de ombouw van de voormalige Vredeskerk naar jongerenhuisvesting zien. Van het gebouw uit 1953 liet het bekende Tilburgse bureau Bedaux de Brouwer Architecten het middengedeelte intact als ontmoetingsruimte voor de bewoners van de 39 appartementen die in de zijbeuken zijn gemaakt. Dat leverde volgens bewoners te kleine appartementen op voor een relatief hoge huur, en een door de temperatuur in het langgerekte en hoge middengedeelte weinig bruikbare gezamenlijke ruimte. Een combinatie die veel huurders snel weer doet verhuizen naar elders, ten koste van de gewenste sociale samenhang.
Transitie graanhaven
Geslaagder, maar ook een operatie van de lange termijn, was weer de omvorming van de Pius-haven van graanhaven naar een gemengd woongebied, met plek voor plezierboten, een pionierspaviljoen met restaurant (Civic Architects) en brede trap naar het water van de haven, maar ook met twee clusters rijtjeshuizen uit het verleden die sterk contrasteren met de nieuwe invulling van het gebied.
Dat laatste deed ook het immense parkeerterrein bij het biobased gerenoveerde stadskantoor in wat ooit een stadsweide was, een plek die in de toekomst opnieuw groen moet worden. Ook elders in Tilburg bleken sloop en vroegere nieuwbouw of wegenaanleg aangename verblijfsgebieden in de weg te zitten. Op het slot van de excursie na, het eerste gebouw van de Tilburgse universiteitscampus, waar losse gebouwen in een parkachtig bos zijn ondergebracht.
Nog steeds een mooi gebouw
Het begon allemaal met wat nu het Cobbenhagen-gebouw heet, een gebouw in de stijl van een klooster, met twee binnenplaatsen en zelfs een pilarengalerij. Het gebouw werd in 1962 opgeleverd naar een ontwerp van Jos Bedaux, grondlegger van het huidige Bedaux de Brouwer Architecten. Zoon Peer Bedaux ontwierp later een modernisering van het gebouw, met behoud van de karakteristieke opzet, respect voor de materialen van het gebouw en reparaties van eerdere, minder geslaagde veranderingen, waarna het in 2013 werd uitgeroepen tot rijksmonument.
Bij zijn rondleiding gaf de bijna 85-jarige Peer Bedaux blijk van zijn grote liefde voor het gebouw en de zorgvuldigheid waarmee het ontworpen en later door hem aangepast is. Zo stapte hij onverstoorbaar de aula van het gebouw binnen, waar de inauguratie van een nieuwe hoogleraar op punt van beginnen stond, en loopt hij ’s avonds graag een rondje door het park. ,,Dan loop ik hier altijd even langs. Na al die jaren vind ik het nog steeds een heel mooi gebouw.’’
De excursie, georganiseerd door Jong Rondeel, trok twintig deelnemers.











