De smart city in ontwikkeling: stevenen we af op een technologische nachtmerrie?
Steden veranderen de komende jaren in slimme, door technologie gedreven entiteiten. Wat zien we ontstaan in de wereld? En hoe zorgen we ervoor dat slimme steden ook leiden tot gelukkige burgers? Martijn Huting, docent Bestuur, Recht & Ruimte bij Saxion, Heinze Havinga, docent-onderzoeker Creatieve Technologie bij Saxion en vier studenten planologie, bestuurskunde en ruimtelijke vormgeving, buigen zich over deze vragen tijdens de lezingenavond op 15 november van Architectuurcentrum Rondeel.
Het was een week geleden, tijdens de sensortocht, dat Saxion-student Max Merza ons wees op witte kastjes in de etalages van Deventer winkelstraten. Hij vertelde dat het Wifi-trackers waren. Sensoren die registreren of en hoe vaak jouw telefoon langskomt. Het roept een beeld op van een stad die weet waar je bent en wat je doet. De studenten deden drie maanden lang, op initiatief van Jaco Remmelink van Architectuurcentrum Rondeel, onderzoek naar dataverzameling in Deventer. Vanavond leggen de studenten hun bevindingen uit. “We deden drie maanden onderzoek naar waar, welke sensoren en camera’s zich bevonden, welke data er wordt verzameld en wat er mee gebeurt’’, vertelt Merza. “We zien op industrieterreinen in Deventer veel camera’s, met kentekenregistratie en koppelingen met beveiligingsbedrijven en politie. Zij registreren verdachte bewegingen en koppelen kentekens aan een database van de politie. Het doel is hierbij dus beveiliging. In de binnenstad zagen we beveiligingscamera’s, maar ook wifi-trackers en parkeersensoren.’’
Maar waarom hangen die er? “Voor overheid zijn de sensoren een efficiënte manier om te registreren hoeveel bezoekers er in de stad zijn en hoe ze zich bewegen’’, vertelt student Jim Welsink. “Bovendien werken sensoren uitstekend bij het veiliger maken van drukke verkeerspunten. Voor bedrijven is het gewoon lucratief om data over mensen te bezitten. Dat is goud waard voor andere commerciële partijen.’’
De data in Deventer wordt verzameld door onderzoeksbureau Locatus. De gemeente Deventer en Stichting Deventer Binnenstadsmanagement (SDBM) hebben een abonnement, van 13.000 euro per jaar, waarmee ze dagelijks inzicht krijgen in de cijfers. “SDBM wil de data gebruiken om de binnenstad te verbeteren voor bezoekers en op deze manier vitaal te houden.’’
Ontwikkelingen in de wereld
In Deventer ligt slechts een dunne digitale deken over de fysieke stad. Verder dan beveiligingscamera’s en het registreren van geanonimiseerde data gaat het nog niet. Toch hoeven we niet ver te kijken om verdergaande stappen richting een smart city te zien, vertelt Heinze Havinga. Hij neemt ons mee langs de meest opvallende ontwikkelingen in steden wereldwijd. “In Eindhoven experimenteert men met technologie bij Stratumseind, het uitgaansgebied’’, vertelt hij. “Hier hing ’s nachts vaak een grimmige sfeer. Nu hebben ze camera’s die registreren of er opstootjes ontstaan. Eerder gingen op dit moment de straatlantaarns feller branden, zonder effect, nu verspreiden verdampers een sinaasappelgeur. Dat zou een kalmerend effect moeten hebben op mensen. Of het werkt weten we nog niet, maar het zou wel gaaf zijn, toch?”
Om smart cities op grotere schaal aan het werk te zien, moeten we kijken naar de groeiende economieën in Azië en Zuid-Amerika. “Rio de Janeiro heeft een enorm control center met honderden schermen. Camera’s en sensoren richten zich maar op één ding: regenval. De favela’s in Rio zijn gebouwd op steile berghellingen. Bij hevige regenval kan een hele wijk worden weggevaagd door aardverschuivingen. Dit control center zorgt ervoor dat bewoners op tijd worden gewaarschuwd.’’
In de Chinese stad Hangzhou wordt het verkeer met sensoren gemonitord en gestuurd bij noodgevallen. “Hierdoor claimen ze dat ambulances 50 procent van hun reistijd besparen en forenzen 15 procent.”
In China doemt echter ook een minder prettig beeld op. In enkele grote steden houden camera’s alles in de gaten. Ze herkennen je gezicht en monitoren je gedrag. “Perfect om bij misdrijven iemand op te sporen. De overheid gebruikt de beelden echter ook om burgers een sociale status te geven’’, vertelt Havinga. Je krijgt punten door je goed te gedragen en levert punten in bij misdragingen. Bijvoorbeeld wanneer je door rood loopt, vrienden bent met mensen met een lage status of niet vaak bij je grootouders op visite gaat. Die score wordt bijvoorbeeld meegeteld bij sollicitaties. ‘Smart’ is het zeker, maar is dit ook de wereld waar we naartoe moeten willen?
Hoe werkt een stad?
“Het internet is een waanzinnig snelle, mooie, enge ontwikkeling’’ , vat Martijn Huting het samen. “Ik geloof dat het een nieuwe boekdrukkunst is, met mogelijk een nieuwe verlichting en nieuwe renaissance als gevolg. Maar daar zijn we nog niet. Op dit moment moeten we nog bepalen waar we naartoe willen met z’n allen.’’
Het is belangrijk dat dit zorgvuldig gebeurt, vindt Huting. “We creëren met de smart city een entiteit die we nooit eerder zagen. We moeten voorkomen dat we als een tovenaarsleerling de controle kwijt raken over ons schepsel.’’
Maar hoe doen we dat? De eerste stap is ons verdiepen in hoe steden werken, vindt Huting. “Twee stedenbouwkundigen, Robert Moses en Paul Rudolph, bogen zich ooit over het extreem snel groeiende New York. Hun oplossing voor alle drukte? Een snelweg met zes banen dwars door de stad. Praktisch was het zeker, de bereikbaarheid zou stukken beter worden, maar is dit hoe we naar een stad moeten kijken? Een paar huizenblokken, een paar kantoren, een snelweg en klaar?”
Een tegenovergestelde visie voor Moses en Rudolph kwam van journaliste Jane jacobs. Zij zag de stad als een ‘sidewalk ballet’: een constante dans van mensen die ongestructureerd en inefficiënt bewegen. “Ze bekeek de stad vanuit de mens, niet vanuit de stenen”, zegt Huting.
Hutings kijk ligt er tussenin. Zoals de Franse filosoof en socioloog Bruno Latour. “De sidewalk-dans van Jacobs is een dans tussen mensen én de omgeving. We interacteren bijvoorbeeld met een drempel, door langzamer te rijden. Deze constante complexe interactie tussen mens en omgeving wordt met the Internet of Things, of de smart city, naar een hoger plan getild.’’
Smart city: nachtmerrie of zoete droom?
De mogelijkheden om de smart city een technologisch wonder te maken zijn er. We hebben eigenlijk alle middelen om een ideale stad te creëren. We moeten echter nu bepalen wat onze ideale stad is. “Is dat een stad waarin alles efficiënt en gestroomlijnd is? Waarin ons gedrag wordt gestuurd door sensoren, camera’s en data, zodat we zelf nauwelijks hoeven na te denken? Waarin alles vlekkeloos verloopt?’’, vraagt Huting aan niemand in het bijzonder. “Want dat is de futuristische smart city die techneuten voor zich zien. De stad van Google, Ali Baba, Moses en Rudolph. Maar die steden maken ons denk ik niet gelukkiger. Ze maken ons dommer, doordat frictie verdwijnt.”
De bevlogen Saxion-docent ziet liever dat we techniek gaan gebruiken om de stad ingewikkelder te maken. “Ik wil een stad waarin stoeptegels oplichten wanneer alleen ik er op sta, zoals in de videoclip van Michael Jackson’s Billie Jean. Ik wil door mijn geboorteplaats Spijkenisse lopen en alle oude bekenden kunnen zien lopen. De stad als ingewikkeld warm bad. Voor ieder mens. Gelaagder en interessanter dan de frictieloze Google-steden.’’
Denk mee over de smart city
Nadat de sprekers uitvoerig worden bevraagd en bedankt voor hun aanwezigheid, discussiëren de aanwezigen nog lange tijd door. De smart city is een intrigerend en verwarrend onderwerp, waarop we als gewone burgers moeilijk greep krijgen. De technologische kennis is voornamelijk in handen van bedrijven. Beide docenten zien dit als een onwenselijke machtsverhouding voor de toekomst. Misschien is het daarom tijd om als burger zélf kennis te vergaren over smart cities.