Nieuws

De stad van de toekomst ontstaat onder onze neus

 

Oké, we zien in Deventer nog geen vliegende skateboards, nog geen zwevende auto’s en geen wandelende robots. Maar zonder dat we het doorhebben, vormt de stad van de toekomst zich onder onze neus. In aanloop naar de lezing Ruud Veltenaar: uitdagingen voor de toekomstige stad op 16 april spreken we met Deventenaar Jan-Willem Wesselink over de toekomst van onze stad. Hij is kwartiermaker bij de Future City Foundation en directeur Kennis en Ontwikkeling bij media- en communicatiebedrijf ELBA\REC.

Jan-Willem Wesselink werkt op het snijvlak van ruimtelijke ordening en de communicatie daarover in de meest brede zin. “Ik breng mensen bij elkaar om er samen aan te werken dat onze steden, dorpen en ons land als geheel beter worden.” Hij voegt daaraan toe: “Ik ben er van overtuigd dat onze steden de komende jaren een enorme transitie ondergaan door internet.”

 

Jan-Willem, hoe lang duurt het nog voor we in Deventer vliegende auto’s zien?

“Ik denk niet dat we snel in een Jetson-achtige stad zullen leven. Kijk naar het Forum Romanum, 2000 jaar oud en nog steeds begrijpelijk voor ons. Ik zie niet in waarom we het uiterlijk van steden wezenlijk zouden veranderen. Blijkbaar bevalt het ons op deze manier. De manier waarop we de stad gebruiken verandert wel.’’

 

Wat verandert er dan?

“Zonder dat we het doorhebben verandert internet onze stad. We kunnen met (big) data nauwkeurig verkeersstromen monitoren en geleiden. Data geven stedenbouwkundigen de middelen om goed onderbouwde keuzes te maken. Maar wat eigenlijk veel interessanter is: internet verandert de samenleving. En dat heeft invloed op de stedenbouw. We kunnen thuis met appjes winkelen, we kunnen boodschappen online bestellen, we kunnen werken waar we willen, we hebben overal contact met wie we willen. We hoeven niet meer naar de stad. Als we naar de stad gaan, dan doen we dat omdat we dat willen. Dat verandert de benadering van de stedenbouwkundige ontwikkeling volledig. Beleving speelt een veel belangrijkere rol dan voorzieningen. Bij de ontwikkeling van de stad wordt het veel belangrijker om een behoefte op te wekken dan in een behoefte te voorzien.”

 

Zie je hier concrete voorbeelden van in Deventer?

“De Adelaarshorst bijvoorbeeld. Tien jaar geleden hadden we het nog over een betonnen kolos bij de A1, nu hebben we een karakteristiek vernieuwd stadion dat precies past in de stijl van de wijk. De tijd is veranderd. Het stadion is nu ontworpen om een unieke voetbalbeleving te bieden die past bij de stad en de plek. Het is een bijzondere plek om te bezoeken, zelfs nu het voetballend niet zo heel briljant gaat. Een ander voorbeeld is het Havenkwartier, dat mensen letterlijk de kans biedt hun eigen woonomgeving vorm te geven. En de binnenstad krijgt meer bijzondere, tweedehands of biologische winkels. Lokale producten als DAVO-bieren krijgen een podium en zijn populair. Horecagelegenheden profileren zich als een populaire plek voor werkende zzp’ers. Dit zijn allemaal kenmerken van een stad die inzet op identiteit en beleving.”

 

Draait de stad van de toekomst dan alleen maar om beleving?

“Nee, de stad van de toekomst heeft meer elementen in zich. Technologie bijvoorbeeld biedt ons ook de kans duurzamer om te gaan met de stad. Je ziet op dit moment bijvoorbeeld steden die oude auto’s weren. Dat is rigoureus. Wat als we sensoren de luchtkwaliteit laten meten en daarop het aantal auto’s dat de stad in mag bepalen? Dat het verkeer bij slechte luchtkwaliteit wordt omgeleid, of dat auto’s dit zelf signaleren. Eigenlijk een soort realtime planologie. Deze technologie is heel realistisch.”

 

Brengt die ‘technologische stad’ ook gevaren met zich mee?

“We krijgen als maatschappij te maken met ethische dilemma’s. Bijvoorbeeld op het gebied van privacy. We gebruiken data om bezoekers of verkeer te geleiden. Mooi, maar wat gebeurt er met die data? Willen we dat bedrijven en overheden inzicht hebben in onze verblijfplaatsen en gedragspatronen? Er moet een goede balans gevonden worden tussen technologische mogelijkheden aan de ene kant en maatschappelijke wenselijkheid aan de andere kant. We kunnen wel alles maken wat technologisch mogelijk is, maar moet je dat ook willen? Mijn auto kan ook 180 km/uur, maar we hebben samen afgesproken dit niet te doen. Die afspraken zullen we ook op het technologische vlak moeten maken.”

 

Hoe ontwikkelen we dan veilig die stad van de toekomst?

“Bestuurders, planologen en stedenbouwkundigen vervullen een essentiële rol. Zij zullen een sturende positie krijgen tussen alle betrokken specialisten. Daar horen steeds vaker ook techspecialisten bij. Eigenlijk wordt hun functie de komende jaren dus nog belangrijker. Zij kunnen een stad ontwikkelen die profiteert van de technologische vooruitgang, maar tegelijkertijd een plek blijft waar mensen graag willen zijn.”

 

Interview met Bert Groot over de toekomst van de stad

Architectuurcentrum Rondeel sprak ook met Bert Groot, docent planologie en smart cities bij Saxion, over de uitdagingen voor de toekomstige stad. Wat zijn smart cities? En is Deventer een smart city? Bert: “Je kunt als stad niet meer negeren dat je een smart city bent omdat we met z’n allen die technologie gaan gebruiken”. 

 

LEZINGMIDDAG RUUD VELTENAAR OP 16 APRIL

Futuroloog Ruud Veltenaar komt 16 april a.s. naar Deventer voor een lezingMaandag 16 april organiseren Architectuurcentrum Rondeel en Bouwsociëteit Stedendriehoek een lezingmiddag door futuroloog Ruud Veltenaar over ‘Uitdagingen voor de toekomstige stad: een exposé over de planningdilemma’s’. Vanaf 16.30 uur bent u welkom in het auditorium van het stadhuis in Deventer.

Het programma op 16 april

16.30 uur – Ontvangst
17.00 uur – Opening en welkomstwoord
17.05 uur – Lezing door futuroloog Ruud Veltenaar
18.00 – 19.00 uur – Informeel gedeelte

LOCATIE: Auditorium Stadhuis Deventer, Grote Kerkhof 1

Wilt u deelnemen, dan kunt u zich hieronder aanmelden via Bouwsociëteit Stedendriehoek voor 13 april a.s.:

Wij maken u erop attent dat – indien u zich heeft opgegeven en toch niet naar de bijeenkomst komt – wij wel de (catering en overige) kosten moeten voldoen. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk om bij eventuele verhindering uiterlijk één week van tevoren uw afmelding te mailen naar i.meussen@deventer.nl.

 

 

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *