Het station als ‘the place to be’
Architect Jeroen van Schooten van Team V Architectuur streeft naar de ultieme combinatie tussen duurzaamheid en mobiliteit. Tijdens de Rondeel Lectures in Architecture op 30 maart 2017 gunt hij ons een kijkje in zijn gedachtenwereld.
“Nou, aangezien mijn gezicht en naam buiten op de posters staan, weten jullie waarschijnlijk wel wie ik ben”, zegt Jeroen van Schooten na de introductie van programmaraadslid Harry Zwiers tegen de ruim 120 aanwezigen in de Lebuïnuskerk. Daar hadden we de posters niet voor nodig. Van Schooten is wat je zegt een ‘zwaargewicht’ in de architectuur. De Amsterdammer, bekend van bijvoorbeeld het nieuwe Centraal Station in Rotterdam en het ING House in Amsterdam (‘De schoen’), verzamelde 27 onderscheidingen waaronder tweemaal de Nederlandse Bouwprijs. En hij was founding father van architectenbureau Meyer en Van Schooten. Kortom: bij de meesten deed zijn naam al wel een belletje rinkelen.
Van asfalt naar rails
Van Schooten is een uitstekende gast op een uitstekend moment voor Architectuurcentrum Rondeel. Het thema van het Rondeel ligt in 2017 op de ruimtelijke impact van energietransitie op rood, grijs en groen. “Welk ruimtelijk effect heeft verduurzaming op het gebouw (rood), de stad (grijs) en het landschap (groen)”, verklaart Zwiers. Dat past precies in het straatje van Van Schooten, die bij zijn projecten mobiliteit combineert met duurzame schoonheid.
We zien bolletjes op het presentatiescherm. Het is de verhouding in CO²-vervuiling van verschillende vervoersvormen. De laserpen gaat naar één opvallend grote cirkel. “Dit is het aandeel van ons persoonlijke wegverkeer. Zoals je ziet veruit de meest vervuilende vorm van vervoer. Daar moeten we iets aan doen”, zegt de architect.
De oplossing is volgens hem intensiever gebruik van het openbaar vervoer. “Maar is dat nou een volwaardig alternatief? Vaak duurt het langer dan autorijden en minstens zo belangrijk: over het algemeen zijn onze stations geen plekken waar je graag verblijft. Reizigersorganisatie Rover zocht uit wat de belangrijkste klachten van reizigers zijn: kil, donker, stank, troep, koud. Op dat gebied kunnen we nog heel veel leren van andere landen.”
Van Schooten tovert een plaatje tevoorschijn van een majestueuze hal. Een paleis? “Nee, dit is de metro van Moskou. Brandschoon en ontzettend stijlvol. En kijk eens naar de gevel, alsof je een chic warenhuis binnenloopt. Geen spleet in de grond met de ‘M’ van metro. Of wat dacht je van Madrid? Overal groen, leven en plek om te zitten.”
Marseille, Antwerpen, St. Petersburg, Kopenhagen
Hij klikt door langs stations uit Marseille, Antwerpen, St. Petersburg, allemaal sfeervolle, stijlvolle gebouwen. “In Kopenhagen hebben ze zelfs glazen schuifdeuren voor de metrotunnels. Als de metro stilstaat gaan ze pas open, zodat je direct vanuit de hal de metro instapt. Geen stank van de tunnels, geen wind en geen lawaai meer in de hal.”
Rotterdam Centraal: duurzame parel
Van Schooten combineert de buitenlandse lessen met zijn eigen overtuigingen in zijn ontwerpen voor stations. Het bekendste resultaat daarvan is het nieuwe centraal station van Rotterdam. Een imponerend geheel, dat toch prettig voelt bij binnenkomst. “Het belangrijkste is: overzicht. Mensen willen weten waar ze aan toe zijn. Daarom heb je in de centrale hal zicht op alle belangrijke plekken. Recht voor je zie je de stad, rechts de metro’s, links de bussen en trams. Aangezien ProRail weinig aan onderhoud doet, hebben we kleuren gebruikt waarbij vuil niet opvalt. De fietsenstalling hebben we naar binnen gehaald, maar met een glazen wand, zodat er altijd een gevoel van veiligheid is.”
Over het materiaalgebruik is goed nagedacht. “Door de bovenleidingen van de sporen vliegen er veel koperdeeltjes rond. Om te voorkomen dat deze deeltjes zich invreten en de constructie schade toebrengen is het dak van RVS gemaakt. Het plafond is bewust van houten planken, zodat je deze makkelijk kan verwijderen als er bijvoorbeeld een nieuwe beveiligingscamera opgehangen wordt.”
Op het dak van ‘de haaienbek’ ligt 10.000 m² aan zonnepanelen, genoeg om 100 huishoudens te voorzien van elektriciteit. Spiegels geven reizigers extra daglicht en er wordt gebruikgemaakt van WKO (warmte-koudeopslag). Allemaal om het station zo aangenaam en verantwoord mogelijk te maken en, het belangrijkste: reizen met het openbaar vervoer een prettige ervaring te maken.
Groene verkeersoases
Waar Rotterdam Centraal een stedelijke uitstraling heeft, brengt Van Schooten in andere projecten de ogenschijnlijk onverenigbare begrippen mobiliteit en natuur samen. Bij Station Lansingerland-Zoetermeer worden in 2018 trein, auto, bus en fiets met elkaar verbonden. Met een ingenieus viaduct over de A12 worden de mobiliteitsvraagstukken praktisch opgelost. Tegelijkertijd waant de reiziger zich in de natuur, met bomen, struiken en gras op de perrons.
Zuidasdok
Een nog ingrijpender project is de Zuidasdok in Amsterdam, dat in 2019 van start gaat. Dit knooppunt van verkeer (zes banen A10 en het station Amsterdam-Zuid met metro’s, treinen en bussen) verandert de komende jaren in een groene oase. “De A10 wordt verbreed en verdwijnt onder de grond voor de lengte van een kilometer, dus daar bovenop hebben we een parkachtig geheel gecreëerd”, licht Van Schooten de sfeerbeelden toe.’
Een vraag uit de zaal: “Mooi al die bomen, maar dan ontstaan er altijd klachten over bladeren op het spoor. Krijgen jullie daar niet mee te maken?” Van Schooten: “Zeker. Er is uitgebreid onderzocht welke boomsoorten geschikt zijn. Na vele overleggen en rapporten is dit eruit gekomen.”
Schoonheid als duurzaamheid
Het applaus galmt door de Lebuïnuskerk als Van Schooten is uitgesproken. De architect geeft een waardevolle les mee aan de aanwezigen. “Door écht iets moois te maken, creëer je iets waar we met z’n allen trots op zijn en zorg voor dragen. Uitnodigende, mooi vormgegeven stations met een hoge verblijfskwaliteit kunnen mensen verleiden de meest duurzame vorm van vervoer te kiezen: het openbaar vervoer.”
Door: Luuk Talens
Deze lezing is mogelijk gemaakt door:
Namens Architectuurcentrum Rondeel:
Harry Zwiers en Marion Lanting
Foto’s: Yvonne Neppelenbroek
{ppgallery}/20170330-Lecture-Jeroen-van-Schooten{/ppgallery}