Nieuws

Ruimtelijke impact van de energietransitie: maak van de nood een deugd

De noodzaak voor energietransitie wordt wereldwijd groter. Hoe kunnen we een energielandschap vormgeven dat niet alleen het uitzicht verrijkt, maar ook draagvlak vindt bij de bevolking? Ontwerpers en architecten bogen zich over deze uitdaging bij de ontwerpateliers van Architectuurcentrum Rondeel. De uitkomsten zijn nu te bewonderen aan de Assenstraat.

In de presentatie zien we een paar zeilbootjes op de IJssel. Op de achtergrond de Deventer skyline, met een windmolenpark aan de noordzijde van de stad. Nee, niets futuristisch, eeuwenoud juist. Het schilderij van Salomon van Ruysdael geeft een mooi beeld van het energielandschap in de 17e eeuw. Dat landschap veranderde in de loop der eeuwen. De molens verdwenen, de zeilbootjes maakten plaats voor grote dieselschepen die de IJssel bevaren. Maar ook aan die tijd komt een eind. Ook dit landschap zal een transformatie ondergaan en we staan nu aan het begin van die transitie. Maar welke vorm kiezen we nu? Hoe creëren we een landschap waarmee we op een duurzame manier onze energie opwekken, opslaan en verspreiden? En hoe maken we dit dusdanig mooi dat het ons, de burgers, zal betamen?

Ontwerpateliers

Deze vragen vormden de basis voor de ontwerpateliers die Architectuurcentrum Rondeel  in samenwerking met Architectuurcentrum Twente, het Zwols Architectuurpodium en Het Oversticht organiseerde gedurende heel 2017. Architecten, geïnteresseerden en ontwerpers bogen zich over de vraagstukken en ontwierpen oplossingen die volgens hen een duurzame aanwinst zullen vormen. De ontwerpen hebben impact op rood, grijs en groen. Oftwel: gebouwen, de stad of het landschap. Met een houten constructie worden de meest innovatieve uitkomsten gepresenteerd aan de Assenstraat. Op uitgezaagde stukken staan de ontwerpen uitgeschreven. Ze passen als een puzzelstuk in de grote constructie. Een uitstekende metafoor voor de puzzel die energietransitie vormt voor designers wereldwijd.

Noodzaak

We moeten kijken naar nieuwe manieren van energieopwekking en –transport. Bovendien wordt ook klimaatadaptatie steeds belangrijker. Architect Bart Aptroot van One Architecture leidt ons tijdens de avond door een aantal projecten die zijn bureau wereldwijd realiseert. “Zo ontwierpen wij een aantal parken in New York die bij mogelijke overstromingen (dit gebeurt gemiddeld eens in de 50 jaar) onderlopen, zodat de naastgelegen infrastructuur gespaard wordt. Dat knapt niet alleen de omgeving op, maar verbetert ook de veiligheid van de stad.’’

En dat is nodig. De tsunami in Fukushima noopte de Japanse regering om in korte tijd steden veiliger te maken. Aardbevingen in Groningen maken de energietransitie in Nederland ineens ook actueel en relevant. Maar niet alleen natuurrampen openen onze ogen. Financiële instellingen eisen dat een stad zich voorbereid op rampscenario’s. “Moody’s dreigde de kredietwaardigheid van de stad New York te verlagen. Dat heeft gigantische financiële gevolgen. Hierdoor werd een duidelijk signaal afgegeven dat er serieus moet worden gekeken naar energietransitie.’’

Nieuwe initiatieven

Er gebeurt veel, zegt Aptroot. Dus hoewel het traag verloopt, hoeven we niet té negatief te zijn. Er ontstaan windparken op zee, steden worden omgebouwd tot energiecentrales, landbouw gebeurt in grote hallen en bedrijventerreinen vormen ondergrond voor grote zonneparken. Een prachtvoorbeeld is Buiksloterham, een wijk in Amsterdam die door bewoners, ondernemers, de overheid en One architecture tot een duurzame, circulaire woon- en werkplek werd omgevormd. “Dit is echt een wijk van de toekomst. Er wordt warmte gewonnen uit afvalwater, er is een circulaire grondstoffenstroom, energieopwekking en –opslag van zonnepanelen wordt lokaal verdeeld. Door eigen initiatief, zelfbouw en samenwerking tussen allerlei partijen ontstaat hier een duurzame wijk met heel veel draagkracht in de omgeving. Deze wijk kan een motor vormen voor de transitie in het hele land.’’

De ontwerpen

Juist deze synergie tussen verschillende partijen biedt kansen. Door wensen van bewoners en ondernemers te combineren met de slagkracht van overheden en de creativiteit van ontwerpers kunnen er veelbelovende initiatieven worden ontplooid. Hetzelfde gebeurde (op kleiner niveau) bij de ontwerpateliers van Architectuurcentrum Rondeel.  ontwierp een groep het Samen (be)leef huis waarbij kleine duurzame modules aan een bestaande woning kunnen worden bevestigd zodra de woonbehoefte kleiner wordt. Zo maken we efficiënter gebruik van bestaande woonruimte. Tijdens een ander atelier, dat zich richtte op de stad,  bedacht een groep dat bedrijventerreinen kunnen worden overdekt met zonneparken en zeppelins windenergie kunnen opvangen. Tijdens hetzelfde atelier in Zwolle pleitte een andere groep voor de ‘Energiehenge’, een verzameling grote gebouwen met windturbines die een cirkel vormen rond de stad Zwolle. Deze gebouwen zouden tegelijkertijd kunnen functioneren als woontorens.

Het laatste energieatelier had plaats in Enschede. Hier zochten ontwerpers naar goede manieren om een nieuw energielandschap te creëren. De aanwezigen hielden zich niet in. Zo bedacht een groep dat de stuwwallen en essen in het Sallandse landschap kansen bieden voor zonnepanelen. Door op de kruinen, in een halve parabool en iets verdiept panelen te plaatsen kan er veel energie worden opgewekt terwijl het landschap van afstand intact blijft. “Bovendien kan het mensen uitnodigen de natuur in te gaan. Een win-winsituatie’’, zeggen de vormgevers.

Architect Maarten Douwe Bredero schetste een Blade Runner-achtig landschap waarin opvallende futuristische woontorens worden voorzien van windmolens en de infrastructuur juist uit het zicht verdwijnt. De snelweg wordt onder het maaiveld aangelegd, waardoor het niet alleen een effectieve verkeersstroom geeft, maar ook horizonvervuiling tegengaat.

Toekomst

De ontwerpateliers haalden het beste naar boven in de creativiteit van deelnemers. Dat is te zien aan de tentoonstelling. Sommige ontwerpen zijn vooruitstrevend, anderen realistisch. Hadden het niet allemaal realistische ideeën moeten zijn?  “Nee, het is niet de taak van ontwerpers om antwoorden te geven. De ontwerpateliers kunnen relevante uitdagingen agenderen’’, zegt Aptroot. Onder leiding van Maarten Douwe Bredero volgt een discussie met de aanwezigen. Zijn stellingen “De energietransitie moet geleidelijk gaan” en “Alleen op het platteland is er ruimte voor energietransitie” leiden tot fanatieke reacties. “Natuurlijk moet het niet geleidelijk gaan, want dan verzanden we weer in overleggen’’, zegt één van de toehoorders. Een ander pleit juist voor energiebesparing in de stad, in plaats van het volbouwen van landelijke gebieden. En ook in Deventer moeten we misschien wat meer coulant zijn als het gaat om zonneparken of windmolens. Bart Aptroot: “Rond Deventer ligt op de kaart een witte vlek wat betreft windmolens. Als ik in Amsterdam uit mijn raam kijk zie ik er tientallen en hier nauwelijks.’’

De energietransitie is een mijnenveld met tientallen vraagstukken en discussiepunten.  Daarop zullen we als maatschappij de komende jaren antwoorden moeten formuleren. Aptroot: “Wat tijdens de ateliers wel duidelijk werd is dat we juist door de transitie zichtbaar te maken, draagvlak creëren. We willen als ontwerpers geen voorzichtige veranderingen, maar indrukwekkende creaties die inspireren om te veranderen.’’

Bezoek de expositie!

Wil je weten hoe de deelnemers een duurzamer Overijssel willen vormgeven? De ontwerpen van de ontwerpateliers zijn tot 15 te bewonderen bij Architectuurcentrum Rondeel te aan de Assenstraat 14.

 

{ppgallery}20180118Opening-expo-ontwerpateliers/{/ppgallery}

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *