Nieuwsverslag

22-05 | Vijfde Goede Gesprek | DorpsVerdichten

Liever nieuwe dorpen dan grootschalige uitbreiding.

Twee tot vier nieuwe dorpen aan de noordoostkant van Deventer, kleinschalige uitbreidingen aan de rand van dorpen en extra woningen in de dorpen.  Die suggesties kwamen ter tafel tijdens het vijfde en laatste Goede Gesprek van Architectuurcentrum het Rondeel over nieuwbouw in Deventer. Het Rondeel gaat de resultaten van de vijf gesprekken met deskundigen en inwoners van de gemeente bundelen en die in september aan de gemeenteraad overhandigen. 

Met de serie gesprekken wil het Rondeel een bijdrage leveren aan de zoektocht van de gemeente naar plekken om woningen te bouwen. Tot 2035 moeten er in totaal 11.000 woningen bij komen, zo heeft de gemeenteraad besloten. Een groot deel daarvan komt in de bestaande stad, een deel in de dorpen, maar ook daarbuiten is ruimte nodig, voor evenveel woningen als woonwijk De Vijfhoek, die ongeveer 4500 woningen telt.

Na gesprekken over eventuele nieuwbouw op de westoever van de IJssel (IJsselsprong), hoogbouw, mobiliteit en het belang van landschap en water bij de keuze van locaties, stond bij het vijfde gesprek dorps verdichten op de agenda. De bijeenkomst in de Lindenboom in Schalkhaar trok 45 belangstellenden. 

Niet de weilanden in.

Duidelijk is al wel dat simpelweg de weilanden in bouwen geen optie meer is. Karlijn de Jong van architectenbureau Studioninedots uit Amsterdam, een van de inleiders van het gesprek, liet in een studie in opdracht van de provincie Utrecht zien dat kleine uitbreidingen aan de dorpsrand nog wel mogelijk zijn met behoud van de leefbaarheid en de structuur van een dorp. Haar bureau gaat daarbij uit van duurzame woningen die passen in het landschap. Ter compensatie voor de bouw buiten de dorpsrand dient de aangrenzende bestaande buurt te worden verduurzaamd en vergroend. 

In de dorpen zelf zijn er volgens haar heel wat plekken waar een of meerdere huizen kunnen worden toegevoegd, bijvoorbeeld door winkels te combineren met woningbouw, of bestaande woningen te voorzien van een of meer extra verdiepingen. Bij het vrijkomen van agrarische bebouwing adviseert compacte bouw, een impuls aan de biodiversiteit en de bouwmogelijkheden van verschillende boerderijen te bundelen om de nieuwe woningen niet te veel over het buitengebied te verspreiden. 

Om woningen betaalbaar te houden, zouden gemeenten kunnen denken aan kleinere woningen of tiny houses. 

Dubbeldorp Wechel.

Meest radicaal was het gedachte-experiment van stedenbouwkundige Luc Bos, die in Deventer de wijk Steenbrugge heeft ontworpen als nieuw Sallands dorp. Op basis van oud kaartmateriaal stelde hij voor om in het verlengde van Steenbrugge aan de oostkant van de Raalterweg twee nieuwe dorpen te laten ontstaan: Wechel-West en Wechel-Oost, vernoemd naar de Wechelerhoek, de enk tussen het Wechelerveld en het dorp Schalkhaar. Beide dorpen kunnen in de loop der tijd aaneen groeien. 

Volgens Bos past een dergelijk plan bij de manier waarop Deventer zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld.  Een adviescommissie van het rijk wees in 1969 het idee van Deventer Dubbelstad van de hand, met forse woningbouw op de westoever van de IJssel. De commissie noemde tegelijk de noordoostkant van Deventer als zeer geschikte plek voor woningbouw, toen nog gelegen in de gemeente Diepenveen. Aantrekkelijk om te wonen en met nieuwe bewoners een versterking van het centrum van Deventer, in plaats van een concurrent op de westelijke IJssel-oever. 

Na nieuwbouw aan ringwegen, zoals de Vijfhoek, ziet Bos toekomst in losse dorpen rond Deventer. Voor Steenbrugge maakte hij dankbaar gebruik van het plan van H+N+S Landschapsarchitecten voor de herinrichting van de Zandwetering, dat werd uitgevoerd in een tijd dat de bouw in Steenbrugge niet van de grond kwam als gevolg van een economische crisis.

Kansen bij de Zandwetering.

Volgens Bos is het essentieel om bij nieuwbouwplannen uit te gaan van de opbouw van het landschap, met lagere en hogere delen. ,, De overstromingen en droogte in Italië en Spanje beangstigen me. Wat gaat er hier nog gebeuren? We moeten naar de waarde van een wijk op lange termijn kijken. Als je de kaart van H+N+S langs de Zandwetering legt, zie je meteen waar de kansen liggen.’’

De aanleg van een natuurzone langs de Zandwetering is onder meer bedoeld om de opvang van water en de biodiversiteit te verbeteren. Ook tussen de enk in de Wechelerhoek en het dorp Schalkhaar krijgt de Zandwetering een herinrichting met een flinke natuurstrook. Met daarnaast op de hoger gelegen enk twee prima plekken voor woningbouw, aldus Bos. 

De stedenbouwkundige wil de nieuwe nederzettingen organisch laten groeien, zoals dorpen dat vroeger ook deden. Maar wel met een idee als grondslag, geen wildgroei. ,,Je moet organisch componeren. Laat iedereen zijn eigen instrument meenemen, maar er moet wel een muziekstuk worden gecomponeerd’’, zo hield hij het publiek voor. 

Fietsen is leuker.

Bos noemt het belangrijk dat de auto een veel minder prominente plek krijgt in de nieuwe dorpen, wat ook ruimte oplevert voor meer woningen. ‘Je moet beginnen met het ontwerpen van een aantrekkelijke fietsroute, zodat bewoners liever met de fiets naar voorzieningen in Schalkhaar of Keizerslanden gaan, omdat het leuker is dan met de auto. Die moet je juist laten omrijden. Parkeren moet een eindje van de huizen op het achterterrein. Je moet ook woonwerkpanden programmeren voor mensen die aan huis werken. Dan krijg je ook minder autoverkeer. Ontwikkelaars doen dat niet zelf, want die woningen zijn groter en duurder. Een gemeente kan dat met het woningbouwprogramma wel voor elkaar krijgen’.

Een dergelijke opzet zou ook tegemoet komen aan de vrees die onder inwoners van Schalkhaar leeft voor woningbouw op de enk bij de Zandwetering. Nu al kampt de omgeving van de basisscholen in het dorp met een overmaat aan autoverkeer. Wat Bos en een deel van de bezoekers betreft zou een dorp als Wechel-Oost zelfs autovrij kunnen worden gebouwd. ‘Dat kan ook een selling point van het dorp worden. Sommige mensen gaan dan juist daar wonen’.

Opkomen voor jongeren

Volgens Bos schermen ontwikkelaars met het argument dat de markt geen afwijkende woningen wil. ‘We willen diversiteit in woonwijken, woningen voor allerlei doelgroepen. De mensen met geld om een huis te kopen, bepalen nu de markt. Studenten en jongeren hebben geen stem. Dus moeten wij voor hun belangen opkomen.’

Mochten er nog meer huizen nodig zijn, dan ziet Bos ook wat verder naar het noordoosten een of twee nieuwe dorpjes, als Averlo-West of Averlo-Zuid. ‘Je moet dan in Wechel-Oost ruimte open laten om voorzieningen te bouwen, waar ook de inwoners van die dorpen gebruik van kunnen maken’.

Om de schaarse ruimte te verdelen, is het de vraag of de woonwensen van bewoners van het buitengebied volledig kunnen worden vervuld. Zo lieten jeugdige dorpsbewoners op de bijeenkomst weten een vrijstaand huis na te streven, of als dat niet zou kunnen, dan toch een tweekapper, ondanks het grotere ruimtegebruik. 

Daarnaast bleek uit de verkenning die Ruimtevolk samen met inwoners van Lettele heeft gemaakt dat het beschikbare terrein met zestig voorziene woningen en diverse woonwensen ‘best wel vol’ zou worden. Bovendien zit er een gat tussen de woonwensen van de inwoners van Lettele en de financiële mogelijkheden die ze hebben. Hoe dat moet worden opgelost, moet nog blijken. ‘Daar ligt nog een hele uitdaging’, zegt Annemiek Wiggers van Ruimtevolk. 

Wonen op een erf.

Samen met Jansen ziet hij mogelijkheden de voorbereiding aanzien te bekorten. ‘Zorg dat je een stuk of drie initiatiefnemers hebt, maak daarmee een plan en laat anderen daarop aanhaken. We hebben wel met 47 belangstellenden om de tafel gezeten, maar dan lopen de wensen teveel uiteen’.

Initiatiefnemer Frank Leenen uit Deventer en architect Marten Jansen van Marten Ontwerpt uit Broekland zijn al aan het bouwen in Lettele. Na een lange voorbereiding verschijnen er op het erf van een karakteristieke boerderij zes woningen, terwijl de boerderij zelf wordt gesplitst in twee woningen. De zes extra woningen hebben ongeveer de omvang van de boerenschuren die voor de bouw werden gesloopt, ook al omdat de bewoners gebruik maken van een gezamenlijke hooiberg als opbergruimte. ‘Van een afstand gezien zeg je: hé, het is één boerderij’, zegt Leenen.

Zo kan het wel.

De verschillende inleiders noemden ook het belang van fotomateriaal en artist impressions om bewoners een goed beeld te laten krijgen van de mogelijkheden die er zijn. Stedenbouwkundige Bos: ‘Je moet mensen ook verleiden. Je moet beelden laten zien. Mensen kunnen de mogelijkheden ook niet altijd overzien’.  Dat geldt ook voor de eventuele bouw van appartementen. Zo kreeg Annemiek Wiggers van Ruimtevolk na het tonen van voorbeelden van dorpse appartementenbouw te horen: ‘Ja, als je het zo doet, kan het van mij wel’. 

Gespreksleider en landschapsarchitect Andries van den Berg had aan het begin van de bijeenkomst nog een extra oplossing voor de vraag naar woonruimte in en om de dorpen. ‘Ik woon in een veel te groot huis in Diepenveen en heb wat zitten tekenen. Van de begane grond kun je twee woningen maken  met een eigen voordeur, boven is er ruimte voor een derde woning. Dat kan dus ook. Gewoon in het dorp aanbellen met een rol tekenpapier onder de arm’.

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *