Architecten zouden verder moeten kijken dan een gebouw
Architecten zijn gewend om naar gebouwen te kijken, terwijl de ruimte tussen de gebouwen misschien wel belangrijker is. Ze zouden zich meer moeten bemoeien met stedenbouw en leefbaarheid, zegt Jurgen van der Ploeg van FARO Architecten. Hij vertelt in zijn Lecturein Architecture over ontwerpen op de grens van architectuur, duurzaamheid, infrastructuur en landschapsontwikkeling.
Denken in grenzen
We worden als mens gevormd met het denken in grenzen. We leren eerst dat we in onze box moeten blijven, dan leren we op de basisschool dat we binnen de lijntjes moeten kleuren, daarna leren we dat we met LEGO wel realistische gebouwen moeten namaken en op de middelbare school leren we in de pas te lopen.
Zo’n maatschappij vormt mensen die denken in beperkingen. Tot architecten die grenzen fysiek maken. Een grens tussen binnen en buiten, tussen privé en publiek en tussen verschillende ruimtes. “Als architect zijn we vooral bezig met ons gebouw, maar de ruimte ertussen is misschien wel interessanter. Door oog te hebben voor grensgebieden tussen architectuur en landschap, infrastructuur en duurzaamheid ontstaan de mooiste ideeën’’, zegt Jurgen van der Ploeg. “Grensgebieden zijn namelijk vruchtbare gebieden. Als het gaat om de natuur, zoals tussen land en kade, maar ook voor mensen, zoals tussen gebouw en omgeving. We moeten meer focussen op die schemerzones.’’
Bouwen voor mensen
Juist door je als architect te mengen op het snijvlak architectuur-duurzaamheid-landschap-infrastructuur kunnen verschillende uitdagingen worden opgelost én optimale leefbaarheid worden vormgegeven. Want uiteindelijk is dat laatste het belangrijkste, zegt Van der Ploeg. De geboren Deventernaar richtte in de jaren ’90 FARO architecten op.Zijn kantoor luistert vooral naar wensen van ‘gewone’ mensen. Ze bouwen voor levensgeluk, in plaats van iconische waarde. Bruikbaar, toegankelijk en passend bij de gebruikers. Ontwerpen met draagvlak, met samenhang met de maatschappij. “Ons motto is: als je niet voor mensen bouwt, voor wie dan wel?’’
Wat is ons favoriete huis?
In de zoektocht naar de wensen van mensen ontwikkelde Van der Ploeg en zijn team een handige tool op hun website. “In 2007 bedachten we de Smaaktest Nederlandse Woningbouw, waarin mensen aan de hand van plaatjes hun favoriete bouwstijl konden selecteren. Gewoon een leuk idee, maar toen een journalist van NRC dit oppikte werd de smaaktest ineens door 15.000 mensen ingevuld. Dat gaf plots een heel compleet beeld van de voorkeuren van Nederlanders.’’
De belangrijkste uitkomsten? “De Amsterdamse School is bij vrijwel iedere Nederlander populair, we hebben over het algemeen weinig met hypermoderne ‘zwarte dozen’, maar willen ook geen totaal klassieke stijl’’, zegt Van der Ploeg. “We houden van een tussenvorm, waarin details als de soort steen en de vorm van het dak belangrijk zijn.’’
Waar veel woonwijken bestaan uit afgekaderde deelgebieden, met eenduidige bouwstijlen, ligt de voorkeur van de meeste Nederlanders juist op een mengeling.
Eigenzinnige bouwprojecten
Van der Ploeg legt uit hoe zijn architectenbureau continu op zoek gaat naar het vermengen van binnen en buiten, van stedelijk en landelijk wonen en van comfort en duurzaamheid. Dat leidt tot eigenzinnige bouwprojecten, zoals het Kazerneterrein in Zuidlaren.Hier bouwden ze een wijk voor koop- en sociale huurwoningen om tot een sfeervol ‘vakantieoord’. “We plaatsen twaalf bakstenen ‘blokken’ met eenvoudige woningen vrij losjes in een groene ruimte’’, vertelt de architect. “Tussen de blokken plaatsten we veel groen en overal berken (die snel groeien). Daarnaast voorzagen we de blokken van mooie veranda’s. We plaatsten de blokken precies zo dat iedereen mooi uitzicht had op het groen, goede bezonning had én genoeg privacy.’’
De reacties van bewoners waren lovend. De wijk werd een waar Berkenbos en de bewoners hadden het gevoel permanent op vakantie te zijn. “De veranda’s voelden heel ‘eigen’ voor mensen, waardoor ze er allemaal hun eigen draai aan gaven. Het ontwerp van de wijk stimuleerde mensen om betrokken te zijn bij hun eigen woonomgeving. Zo hebben de bewoners nu samen een centrale hottub gemaakt en een konijnenhok geplaatst. Het is echt een collectief geworden.’’
Tiny TIM
Naast de voorkeuren in stijl zijn er ook andere belangrijke bewegingen te zien in ons woongedrag.“Mensen gaan kleiner wonen, met meer multifunctionele ruimtes, mobieler, meer zelfvoorzienend en duurzamer.’’Dat vraagt om een nieuwe manier van bouwen. Daarom ontwikkelde FARO de Tiny Timber Independant Mobile, oftewel de Tiny TIM. “Dit zijn kleine, mobiele, zelfvoorzienende tiny houses die perfect zijn voor tijdelijke bewoning. Makkelijk op- en afbreekbaar én duurzaam’’, zegt Van der Ploeg. “We mogen 10 jaar lang een dorpje van 10 Tiny TIM’s bouwen in Haarlem op een braakliggend terrein, waar eerder een school stond. Huisjes met een groene wand die vuil water filtert, een schil volledig bedekt met zonnepanelen en een oppervlak dat nét binnen de normen voor tijdelijke bewoning valt. Heel gaaf.’’
Tijdelijke wijk op Texel
Tiny houses vormen de verbinder van oplossingen. Het is dat mooie idee op de gezamenlijke grens van verschillende vraagstukken. Het is een antwoord op de wens om kleiner, flexibeler en mobieler te wonen. Opent de mogelijkheid om op groenere plekken te wonen. Ze voorkomen de permanente aantasting van het landschap en voorkomen het gebruik van gas- en elektriciteitsleidingen. Bovendien geven ze overheden de mogelijkheid een passend antwoord te bieden op tijdelijke problemen. Een treffend voorbeeld: Den Burg op Texel. Texel kampt met een groot gebrek aan woonruimte, maar weet ook dat het over twintig jaar te maken krijgt met bevolkingskrimp.
“Daarom maken wij een tijdelijke wijk’’, zegt Van der Ploeg. “Een wijk van verplaatsbare huizen, met het comfort van ‘gewone’ woningen in een omgeving die precies past bij Texel.’’ Aan de hand van verzamelde Texelse waarden creëerde het architectenbureau een wijk in een parkachtige omgeving met een dorpse sfeer en veel groen. “En wanneer het nodig is kunnen de woningen eenvoudig worden afgebroken. De onderdelen zijn allemaal herbruikbaar of biologisch afbreekbaar, dus de milieubelasting is minimaal. Zo heb je een complete wijk, zonder permanente ingrepen in het Texelse landschap.’’
Komende events
Het verhaal van Van der Ploeg wordt ontvangen met een daverend applaus van minimaal 100 geïnteresseerde aanwezigen in Etty Hillesum Lyceum-locatie Het Stormink. Een mooie opkomst voor een geslaagde Lecture in Architecture. Liefhebbers van architectuur, architectuurgeschiedenis en stedenbouw kunnen hun hart echter ophalen de komende weken. Architectuurcentrum Rondeel organiseert op 14 september een Minecraft Event in de Openbare Bibliotheek aan de Stromarkt, vanaf 26 september een serie colleges over 1000 jaar bouwen in Overijssel en je kunt je aanmelden voor een excursie naar Architectuur Film Festival in Rotterdam op 13 oktober. Bekijk snel de agenda en we zien je snel!