Nieuws

Bouwkunst in de koloniën: een vergeten hoofdstuk in onze architectuurgeschiedenis

 

Over elke baksteen in Nederland is een boek geschreven, maar over de bouwkunst in voormalig Nederlands-Indië was tot vrij recent niets bekend. Historicus Jan van Dullemen bracht daar verandering in. In het kader van Focus op Indonesië (1-11 t/m 17-12) openen hij en zijn vrouw Maria de tentoonstelling “Tropical Architecture”. Hij vertelt bij Architectuurcentrum Rondeel over dit vergeten hoofdstuk in de Nederlandse architectuurgeschiedenis. 

 

Jan van Dullemen was een student toen hij in 1986 een foto onder ogen kreeg. Op de foto stond een futuristisch ogende villa. Wit pleisterwerk, gestroomlijnde ronde vormen, grote ramen, een gebouw dat hem deed denken aan een slagschip dat door de golven ploegt. “Dit is Villa Isola (uitgesproken als Isóla) in Indonesië en verder weten we er niets van’’, zei zijn docent. Van Dullemens fascinatie was geboren en het zou het begin zijn van zijn levenswerk: het onderzoeken en in  kaart brengen van koloniale bouwkunst. Hij verdiepte zich in, en promoveerde op, het werk van twee hoofdrolspelers van de Nederlands-Indische architectuur: Charles en Richard Schoemaker. 

 

Gebroeders Schoemaker

De gebroeders Schoemaker waren twee militair geschoolde broers uit Bandung. Geen architecten van huis uit, maar autodidacten met slim zakelijk inzicht. Ze namen een gouden beslissing door vlak na de Eerste Wereldoorlog in Bandung hun eigen architectenbureau op te richten. Binnen enkele jaren werden ze hoogleraar op de Technische Hogeschool in Bandung, werden ze gerespecteerd in alle kringen en werd Richard gemeenteraadslid. En één broer in de raad en één broer als architect bood kansen. Hun kantoor ontwikkelde o.a. een wijk in Bandung voor een bedrag van omgerekend 15 miljoen euro.

De broers ontwierpen tientallen gebouwen. Geschat wordt dat er ruim 150 werken aan hen kunnen worden toegeschreven. Bekende gebouwen zijn Villa Isola, de Sociëteit Concordia, Grand Hotel Preanger, het Pasteur Instituut en de Jaarbeurs in Bandung. Hoeveel precies is echter nog steeds onduidelijk. “De koloniale architectuur is een vergeten bladzijde uit de Nederlandse architectuurgeschiedenis’’, zegt Van Dullemen. “We weten nog lang niet alles.’’ 

Van Dullemen ontpopte zich tot dé kenner op het gebied van het werk van de Schoemakers. En op het gebied van de broers zelf, zo zien we op de plaquettes van de tentoonstelling. Want zo kleurrijk als hun werk was, zo kleurrijk was hun levensverhaal ook. 

 

Oorlogsheld en levensgenieter

Charles en Richard waren absolute tegenpolen. Richard was een pragmaticus, een Olympisch schermer en een militair die volgens zijn vrouw ‘alleen geschikt was om bunkers te ontwerpen’.  Charles was de kunstenaar. Architect, tekenaar, schilder, beeldhouwer en levensgenieter. Charles trouwde zeven keer, werd op reis in Amerika verdacht van wapenhandel met Duitsland, bekeerde zich tot de Islam en bleef in Bandung als hoogleraar. Hij raakte bevriend met een leerling genaamd Koesno Sosrodihardjo, beter bekend als Soekarno, de eerste president van Indonesië. Daardoor ontkwam hij aan opsluiting in een Jappenkamp. Hij overleed in 1949, vijf maanden voor de officiële onafhankelijkheid van Indonesië.  

Richard keerde begin 1940 terug naar Nederland, waar hij actief verzetsstrijder werd. Als aanvoerder van de Schoemaker-groep bespioneerde hij de Duitsers en verzamelde hij wapens. Hij werd verraden en opgepakt en in 1942 in kamp Sachsenhausen gefusilleerd. 

Nalatenschap

Richard zou de geschiedenis ingaan als oorlogsheld, Charles zou zijn stempel drukken op de koloniale architectuur met een eigen stijl. “Je zag dat hij de tijdschriften goed las en de westerse trends doorvoerde in de Indische bouw. Maar om nu te zeggen dat hij een westerse architect was…nee. Hij voerde veel lokale elementen door in zijn werk’’, zegt Van Dullemen.  

Zo maakte Charles veel gebruik van de ‘kalakop’. Dit draakachtige ornament werd in Indonesië boven deuren geplaatst om kwade geesten buiten te houden en kwam vaak terug in ontwerpen van Schoemaker.  En dat hij zichzelf een kunstenaar vond maakte hij duidelijk met het Jaarbeursgebouw in Bandung. “Hij beeldhouwde drie klassieke atalanten in de gevel. Deze naakte lichamen werden later bedekt met platen, maar inmiddels zijn ze weer te zien en hebben ze de lichamen beschilderd als Schwarzenegger-achtige torso’s’’, lacht Van Dullemen. 

 

Geveltjes en hoge stoepen

Onder aanvoering van de Schoemakers ontstond in Nederlands-Indië een bouwkunst die we nergens anders zien. Deels doordat daar het motto heerste: als je geld hebt, bouw maar waar je zin in hebt. Deels doordat architecten werden beïnvloed door lokale gebruiken en omstandigheden. Daardoor ontstond een mengelmoes van stijlen, die je nog steeds terugziet in het straatbeeld. 

Want wees niet verbaasd als je in Jakarta een Nederlands geveltje denkt te herkennen.  Waarschijnlijk heb je gelijk. Althans, de tropische variant ervan. Nederlanders die naar ‘De Oost’ vertrokken bouwden lange tijd de huizen in Nederland na. Tot op zekere hoogte, want de grondstoffen die in Nederland beschikbaar waren, waren dat niet in Indonesië.  “Op de nodige plekken in Jakarta vind je oude huisjes met een karakteristieke Nederlandse uitstraling. Maar omdat ze daar niet over de juiste klei beschikten om bakstenen en dakpannen te maken zijn ze gemaakt van ander materiaal. Ook zie je veel hoge schuine daken die aflopen naar de straat’’, legt Van Dullemen uit terwijl hij wat foto’s laat zien. “Huizen daar hebben te kampen met tropische regenval. Die enorme hoeveelheden stromen direct vanaf de daken op straat. De stoepen zijn veel hoger dan hier. De straat verandert in een rivier en het water stroomt snel weg.’’ 

 

Van Dullemen klikt in sneltreinvaart door een verzameling foto’s. Kantoorgebouwen, rechtbanken en overheidsgebouwen verschillen niet veel van de statige panden die we in het westen kennen.  “Grote zuilen stralen betrouwbaarheid uit, dus die zie je daar ook terug. Net als bogen en galerijen. Met één groot verschil: daar zie je vaak dat de gevel van een gebouw dieper ligt en wordt omgeven door galerijen. Dit zorgt ervoor dat de felle zon niet direct de gevel raakt, waardoor de temperaturen binnen aangenaam blijven. Ook zijn gebouwen hoog en goed geventileerd om de warmte en het vocht goed af te voeren.’’ 

 

Villa Isola

Eén gebouw steelt echter de show: Villa Isola, het magnum opus van Charles Schoemaker. Dit symbool van megalomanie werd door Schoemaker gebouwd voor mediamagnaat en ‘roddelkoning’ Dominique Willem Berretty. De art-decovilla werd gebouwd met een stalen constructie en wit pleisterwerk. De vele rondingen lieten zien dat Schoemaker zich liet inspireren door de ‘streamline’, dat in die tijd (begin jaren ’30) populair werd. De bouw kostte een half miljoen guldens, omgerekend bijna 7,5 miljoen euro. Veel geld, maar dan had je ook wat. Villa Isola had een biljartzaal, een filmtheater, studeerkamers, gastenkamers, vele (dak)terrassen, een ontvangstzaal, eetkamers en een enorme lap grond. Schoemaker ontwierp ook de tuinen, waarin hij bijvoorbeeld een racebaan aanlegde voor Berretty. “Aan de villa hingen twee koplampen’’, zegt Van Dullemen. “Maar je moet niet denken dat die er voor niets hingen. Hij gaf met een lichtsignaal aan in welke auto hij wilde rijden.’’  

 

Lang heeft Berretty er niet van kunnen genieten, want hij kwam een jaar na de bouw om bij het vliegtuigongeluk met de Uiver.  De villa werd echter uitstekend onderhouden en is nog steeds (deels origineel) te bewonderen in Bandung.

 

Focus op Indonesië

 

De tentoonstelling Tropical Architecture is tot 17 december te zien bij Architectuurcentrum Rondeel aan de Assenstraat 14. De tentoonstelling wordt in samenwerking met Joep Walters georganiseerd in het kader van het festival Focus op Indonesië. Naast het terugkijken naar de tijd van de Schoemakers kijkt Architectuurcentrum Rondeel ook naar het heden. Op 23 november 2017 leidt professor Hari Bambang Wibisono van de Universiteit Jogjakarta ons met een lezing in in de hedendaagse architectuur van Indonesië.

 

TROPICAL MODERNITY

Tropical ModernityHet door dr. Jan van Dullemen geschreven boek ‘Tropical Modernity’, the first complete oeuvre of Indonesia’s greatest modernist architect over Charles P. Wolff Schoemaker, het begeleidende boek bij deze tentoonstelling is bij Architectuurcentrum Rondeel verkrijgbaar.

Lees de recensie in de Volkskrant over Tropical Modernity

Tijdens de expo is het boek ‘Tropical Modernity’ te koop voor € 20,-

 

 

Foto-impressie opening 2 november 2017

{ppgallery}/20171102-Opening-Expo-Tropical-Architecture{/ppgallery}

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *