Nieuws

Hoe we leren kijken als een kunstenaar

Kunstenaar Peter Paul Hattinga Verschure neemt ons naar aanleiding van het boek en de tentoonstelling Zie de stad mee door Deventer. Hij leert ons voor één dag kijken zoals hij: zonder oordeel. “Ik noem Deventer niet mooi of lelijk. Het is wat het is. En dat leg ik vast.’’

Zie de stad

Een warm lentezonnetje schijnt door de hoge ramen van de Assenstraat 14. Peter Paul Hattinga Verschure heet de bezoekers welkom. Enkele tientallen mensen schuifelen binnen. In dikke jassen, maar opgetogen over het prachtige lenteweer. Ze lopen door de zaal, geïnteresseerd kijkend naar de schilderijen en tekeningen aan de muur. “U ziet hier een summiere tentoonstelling van mijn werk’’, spreekt de kunstenaar de mensen toe. “Aan de muren ziet u enkele tekeningen van mijn hand. Aan deze kant tekeningen van Deventer, aan de andere kant tekeningen van andere steden in binnen- en buitenland.’’

Hij wijst naar het televisiescherm waarop stadsplattegronden, metrostelsels en wegenneten elkaar afwisselen. “De video ‘de illustere stad’ is voor mij een dynamisch schilderij, waarop je ziet dat alle steden gemeenschappelijke structuren en kenmerken hebben. Waar ook ter wereld.’’Bij het raam staat een laptop. “Dat is een geluidswerk met de naam ‘de continue stad’. Dit is een serie geluidsopnamen van enkele minuten van doodgewone stadsgeluiden.Met de koptelefoon op besef je hoeveel informatie er door middel van geluid op ons af komt. En hoeveel onze hersenen daarin filteren. Erg bijzonder.’’

Subjectieve blik

Een rek met schoenendozen in het midden van de ruimte heeft misschien wel de meeste relevantie met de wandeling die we gaan maken. “In deze kijkdozen zien we plaatjes van steden. Het kijken door zo’n klein gat symboliseert onze beperkte blik. Onze geconditioneerde ogen bekijken een stad vanuit onze eigen kaders en beperkingen.’’

Die subjectiviteit is wat Hattinga Verschure met zijn tentoonstelling, maar vooral met zijn boek Zie de stad. Deventer in tekeningen wil laten zien. “Wat ik met mijn werk wil laten zien is niet hoe mooi het hier is, maar hoe het hier, volgens mij, gewoon ís.’’

Stad als geheel

Die houding hoopt de kunstenaar voor vandaag even over te brengen op zijn groep wandelaars. Even niet de ‘gewone’ of ‘lelijke’ dingen negeren. Even niet alleen oog hebben voor historische gevels en bijzondere gebouwen, maar juist de stad als geheel zien. “Je zult altijd zien dat er net een ‘lelijke’ bouwkraan achter die ‘prachtige’ gevel staat. Of een verzameling vuilnis in dat ‘idyllische’ straatje ligt’’, zegt Hattinga Verschure. “Of een verzameling peuken’’, zegt één van de deelnemers, wijzend naar de stoep onder haar. De groep lacht. Overigens heeft HV zelfs ook die peuken getekend.

We vertrekken vanuit het pand van Architectuurcentrum Rondeel richting de Brink. De kunstenaar voorop, maar ook luisterend naar de kennis van groepsgenoten. “De Assenstraat stond rond 1980 op de nominatie om gesloopt te worden, samen met het hele Bergkwartier. We hebben destijds alle huizen in plastic verpakt met de actiegroep ‘Drie keer bellen’ om te voorkomen dat dit door zou gaan’’, zegt deelnemer Daan. Hattinga Verschure reageert: “Zo zie je maar dat een stad niet altijd zorgvuldig omgaat met haar erfgoed. Gelukkig is het niet doorgegaan.’’

Gemêleerde bouw

Honderden mensen genieten van hun drankje op de terrassen van de Brink. Hattinga Verschure vertelt de groep stadswandelaars over de historische stadskern en de bijzondere zichtlijnen die je precies voor bierencafé de Heks hebt. “En hier op de Brink ziet iedereen natuurlijk de prachtige historische gevels…’’, hij laat een stilte vallen. “Nou no way, alle gevels hier dateren uit 19e eeuw of later. Het oude Luxor-pand is typisch Amsterdamse School, Hotel Royal is helemaal jaren ’20.’’

Waar de panden op de Brink nog enige uniformiteit hebben qua bouwstijl, verdwijnt dat volledig in de winkelstraat De Korte Bisschopsstraat. “Dit is een complete potpourri van bouwstijlen. Kijk, dat is een typische Renaissance-gevel, maar die daarnaast is écht jaren ’30. En die daarnaast kan ik niet helemaal thuisbrengen. Modern in ieder geval.’’ Zonde dat sommige mooie oude panden zijn verbouwd voor commerciële doeleinden? “Tsja, ook dat hoort allemaal bij een dynamische stad’’, reageert Hattinga Verschure.

Nieuwe kijk

We struinen door de winkelstraten richting de Lebuinuskerk. Je bent gewend om naar de etalages te kijken. De wandeling leert je omhoogkijken. Welke panden zitten er eigenlijk aan de etalages vast? Je verbaast je over de variëteit aan stijlen. De ene traditioneel, de ander compromisloos modern. Je probeert er geen oordeel over te vellen. We stoppen naast de grote kerk. “We staan hier op de plek waar Deventer ontstond. Hier stonden een paar boerderijen en verderop stichtte Lebuinus – volgens wat men aanneemt – 1251 jaar geleden zijn eerste kerk.’’

De kunstenaar draait naar het nieuwe gemeentehuis. “En dit is ook de plek waar nieuw en oud met elkaar is verbonden.De metalen vingerafdrukken aan het gemeentehuis zijn van levende stadsgenoten. Onder dit plein zo’n 30.000 mensen begraven. Alles komt hier samen.’’Tegelijkertijd is het de plek waar ongekende onenigheid over ontstond. Enerzijds vanwege het autovrij maken van het Grote Kerkhof, anderzijds vanwege de bouw van het gloednieuwe gemeentehuis.

Zoals het is

Hattinga Verschure deelt zijn kennis van de stad met de wandelaars. Stukjes geschiedenis, flarden wetenswaardigheden en een beetje van zijn eigen visie. Het neemt je heel even mee in de geest van een kunstenaar. De groep wandelaars kijkt om zich heen. Onbewust lettendop bijzondere gebouwen, opvallende doorkijkjes en sierlijke gevels. Maar door die focus op het mooie vergeet je te kijken naar de stad zoals hij werkelijk is. “Pas op, een hondendrol’’, roept Hattinga Verschure.  In gedachten hoor ik hem toevoegen: “Tsja, ook dat hoort erbij.’’

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *