Nieuws

Over de toekomst van de Schilwijken

Op 23 oktober werd in Architectuurcentrum Rondeel de expositie ‘De geïmproviseerde stad’ geopend. De geschiedenis maar ook de toekomst van de vooroorlogse schil rond de historische binnenstad staat daarin centraal. Twee inleiders spraken over de sociologische aspecten van die schil, vroeger, nu en in de toekomst. In de periode dat de expositie te zien is, zullen nog enkele bijeenkomsten georganiseerd worden.

 

 

Het ging bij de opening van de expositie niet alleen over het ontstaan, de kenmerken, de bewoners en de sfeer, maar ook over de toekomstperspectieven van de schilwijken. En die zijn anders dan in de afgelopen eeuw het geval was. Henk van Baalen, bekend van de vele boeken die hij over talloze historische aspecten van Deventer schreef, introduceerde het thema voor de volle zaal in het Rondeel. Daarna volgde een sociologische analyse door Arnold Reijndorp waarin hij het begrip ‘Parochiale domeinen’ introduceerde waarmee stedenbouwers aan de slag kunnen. Want de wereld is niet meer zoals die was bij het ontstaan van die wijken. De nieuwe bewoners en gebruikers vragen nu om een nieuwe stedelijkheid waarin de aandacht gaat naar plekken in de stad die door gelijkgestemde individuen soms op anarchistische wijze kunnen worden ingenomen.

 

Henk van Baalen over zijn schilwijken

In een aanstekelijke inleiding vertelde Deventenaar Henk van Baalen (geboren, getogen en nog steeds woonachting in de schil), aan de hand van een grote serie historische foto’s, over de vele wijken en buurten die de schil vormen. Hoe aan het eind van de 19e eeuw de stad door de vestingwallen mocht breken nadat de Vestingwet uit 1874 dit mogelijk maakte. Doorbraken die nodig waren om de explosief groeiende industrie ruimte te geven en om toeloop van arbeiders en hun gezinnen te huisvesten. Eindelijk konden zij de stegen, krotten en kelderwoningen uit de dichtgeslibde binnenstad verlaten. De elite bleef achter langs de singels in hun statige panden, maar die elite maakte ook de financiering van de arbeidershuisvesting mogelijk. Uiteraard ook in hun eigen belang, want voor een ondernemer, industrieel of notabele zorgde een goede en gezonde huisvesting van de arbeider ook voor een goede en gezonde bedrijfsvoering…

 

De schil rond Deventer bestaat uit een groot aantal wijken en buurten, vaak met namen die verwijzen naar artefacten in het oorspronkelijke buitengebied, zoals boerderijen, molens, waterlopen en dergelijke. Maar ook namen die verwijzen naar de Indische connectie van de Nederlanden kwamen voor zoals Lombok of Kraton.

 

Van Baalen sprak smeuïg over de bewoners en gebruikers van de wijken; hilarisch doorspekt met anekdotes en quotes, meestal in plat Deventers accent uitgesproken. Hij sloot zijn uurdurende inleiding, die ongetwijfeld vele uren meer had kunnen duren, af met de oproep om de geschiedenis van de stad te koesteren; dat het bij het in stand houden een kwestie is van geven en nemen en dat het gaat om de liefde voor de stad. Die liefde sprak overigens volgens hem nu al uit de wijze waarop vervangende nieuwbouw zich heeft gevoegd in wijken als het Landsherenkwartier en de Burgemeestersbuurt.

 

 

De domeinen van Arnold Reijndorp

Na de uitvoerige opwarming door Van Baalen was het tijd om de toekomst van de schilwijken vanuit een meer wetenschappelijke hoek te bespreken. Stadssocioloog Arnold Reijndorp – hij bekleedt de Han Lammers leerstoel aan de UvA en won in 2012 de Rotterdam-Maaskantprijs – introduceerde in zijn lezing ‘Hoe stedelijk is de Deventer schil’ een nieuw begrip. ‘Parochiale domeinen’ is het sleutelwoord als het gaat over de toekomst van stedenbouw (of zoals sommigen zeggen: stedebouw, nadrukkelijk zonder tussen-n!). De term verwijst naar het fenomeen dat de stad zich niet meer rond fysieke territoria ontwikkelt, maar dat groepen gelijkgestemden met hun expressiviteit de diversiteit van de stad herkenbaar maken. 

 

Reijndorp merkte op dat iedere wijk ooit een buitenwijk was en dat de voortdurende stedelijke groei die buitenwijken tot stadswijken maakte met grote aantalen heterogene individuen. De boerigheid en lompheid van de niet-stedelijke gebieden transformeerde tot wellevende en beschaafde stedelijke gebieden.

 

Kenmerken voor het ontstaan van de voorstad zijn, naast het gebruik door wonen ook het opnemen van functies als de wetenschap en de industrie. Er kwamen naast woongebouwen ook onderwijsgebouwen en fabrieken, maar ook andere, uit de binnenstad verplaatste zaken als bijvoorbeeld de begraafplaatsen. Opmerkelijk is dat in de schil wel buurt- en clubhuizen te vinden waren maar dat de horeca toch vooral in de binnensteden bleef.

 

Een nieuwe, opmerkelijke ontwikkeling is dat in de schil, naast de fysieke invulling met gebouwen er ook een andere, sociologische invulling plaatsvond. De stadsvernieuwing zorgde ook voor verheffing van het volk; de emancipatie als collectief gebeuren! Die collectiviteit manifesteerde zich ook in de straten, de pleinen en de tuinen en werd bepaald door groeperingen met collectieve individuele kenmerken. Deze door Reijndorp genoemde ‘parochiale domeinen’1) bevinden zich tussen het privé-domein (het individuele woonhuis) en het publieke domein (de openbare ruimte van iedereen).

 

 

Schil als experimenteergebied

Volgens Reijndorp is dit collectieve individualisme, dit parochiale domein, in de huidige tijd niet meer territoriaal bepaald. Het is expressiever geworden met een herkenbaarheid die aan de stad haar diversiteit geeft. Reijndorp illustreerde de veranderingen die in die parochiale domeinen kunnen plaatsvinden met de woonstraat waar voorheen de bewoners in de zomer hun stoelen en bankstellen naar buiten sjouwden om er met de buurt een biertje te drinken. Na een periode waarin het ordinair werd gevonden om je zo te etaleren, zien we in de huidige tijd hoe de tweeverdieners na hun werk thuis komen, vervolgens op hun hardhouten tuinmeubilair een fles witte wijn open trekken en met hun buren klinken op het goede leven. Parochiale domeinen zijn gelijkgestemde groepen die variëren van voetballiefhebbers of bezoekers van het Turkse koffiehuis tot de zelfstandig, culturele ondernemers of de pedagogisch verantwoorde voorleesmoeders. De digitale en mobiele media dragen tegenwoordig ongetwijfeld sterk bij tot die groepsvormingen. Daar waar meerdere parochiale domeinen elkaar in de publieke ruimte raken wordt de stad de interface waar het plaatsvindt. Tot de parochiale domeinen zien we nu ook weer een zeker anarchisme terugkeren; onder het mom van eigen initiatief of bottom-up activiteiten. Een anarchisme dat zich niet alleen tot de creatieve klasse beperkt.

 

 

Tot slot vroeg Reijndorp zich af wat de kenmerken zijn van de Deventer stedelijkheid.

 

Reijndorp: “De creatieve stad? … ook voor ouderen?” Hij adviseerde te stoppen met deze onzinnige typeringen. Hij riep op tot het toelaten van het experiment. “Experimenteer met de stad zoals die is. Maak niet altijd appartementen in leegstaand maatschappelijk vastgoed. Kijk ook eens naar de kansen die de nieuwe leegheid kan geven en maak gebruik van initiatieven voortgekomen uit de ‘participatiemaatschappij’ of de ‘doe-economie’. Verander desnoods de regels als die blokkeren. Geef burgers het recht om de overheid te corrigeren, maar ook om mee te doen en om mee te bouwen. De schil is goed als experimenteergebied.”

 

Als afsluiting gaf hij nog wel een waarschuwing mee: “Stedenbouw gaat nu over plekken; dat wordt ook wel acupunctuur genoemd. Maar doe het wel op de juiste plek, want ook de stad heeft haar zenuwbanen!”

 

De geïmproviseerde stad

De bijeenkomst werd afgesloten door Jan Jaap Kolkman, wethouder Wonen & Herstructurering. Hij sprak zijn waardering uit voor de sprekers en voor het Rondeel voor het agenderen van het thema. Met een druk op de knop zette hij een animatie aan die de groei van de schil door de jaren heen laat zien. Daarmee heeft hij de expositie  ‘De geïmproviseerde stad’ geopend.

 

door Tom de Vries

 

1) Parochiale domeinen, is een term die door de Amerikaanse socioloog Lyn Lofland werd geïntroduceerd in A world of strangers : order and action in urban public space (New York: Basic Books, 1973).

 

{ppgallery}slideshow23102014{/ppgallery}

 

programma

 

De expositie toont de geschiedenis van de schil, de resultaten van een door Architectuurcentrum Rondeel gehouden enquête en enkele plannen voor herstructurering van onderdelen van de schil. De expositie is tot 18 januari 2015 te zien in Architectuurcentrum Rondeel, Stromarkt 18c te Deventer.

 

Op 13 november 2014 is er een extra bijeenkomst met inleidingen door Gerlinda Tijhuis- ten Brinke,  gebiedsregisseur Voorstad-Oost bij de gemeente Deventer en Frank Werner, KCAP architects & planners die zal spreken over parametrische ontwerptools in de stedenbouw. Susan de Vente en Ilhamin Erdogan zullen vertellen over hun leven in de wijken in de schil.

 

Op 15 november 2014 wordt een wandeling door de schil georganiseerd, onder leiding van Hiske Galema. Vertrek vanaf de Beestenmarkt om 14.30 uur (duur 1,5 uur).

 

 BOEKJE OVER DE TENTOONSTELLING

 

 

 

Download hier het boekje naar aanleiding van de Tentoonstelling ‘De geïmproviseerde stad’ over de Schilwijken in Deventer.

 

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *