featured

Presentatie van het jaarboek van de Blauwe Kamer 2023

presentatie blauwe kamer jaarboek 2023 deventer

Ontwerpers en onderzoekers op het gebied van landschapsarchitectuur, stedenbouw en architectuur moeten een vlucht naar voren maken, hun plek opeisen in het maatschappelijk debat en de toekomst ontwerpen van Nederland, waar grote maatschappelijke opgaven dringend op een antwoord wachten.

Die oproep doet Esther Agricola, voorzitter van de selectiecommissie voor het Jaarboek Landschapsarchitectuur en Stedenbouw in Nederland 2023. Volgens Agricola is een dergelijke inzet meer dan ooit noodzakelijk. “De recente verkiezingen laten zien dat de politiek zich steeds minder lijkt te bekommeren om een in mijn ogen belangrijke en onmisbare discipline die vorm geeft aan de samenleving. We hebben wat te doen als vakgemeenschap. We moeten de toekomst verbeelden, de vooruitgang ontwerpen. Pak het podium en eis je plek op, dat hebben we hard nodig’’.

Thomas Walder (D66, geboren in 1984)

Agricola zei dat zaterdag 9 december in de Burgerzaal van het Deventer stadhuis bij de presentatie van de twintigste editie van het Jaarboek voor Landschapsarchitectuur en Stedenbouw, georganiseerd door Tijdschrift Blauwe Kamer van Uitgeverij Blauwdruk samen met de gemeente Deventer en Architectuurcentrum Rondeel. De presentatie trok ruim honderd bezoekers uit het vakgebied, vertegenwoordigers van vakverenigingen, de gemeente Deventer en de afdeling Ruimtelijke Kwaliteit van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Tweemaal Deventer

Voor het Jaarboek 2023 koos de selectiecommissie twintig inzendingen uit een totaal van 124. Met de herinrichting van het Grote Kerkhof, de Stromarkt en de Nieuwe Markt en het beeldkwaliteitsplan voor het terrein van Roto Smeets (van onder meer de plaatselijke Studio Groen + Schild) kreeg Deventer twee keer een plek in het jaarboek, reden om het in Deventer te presenteren. Eerder verdienden ontwerpen voor het Rijsterborgherpark, de Raambuurt en het Havenkwartier al een plek in een van de jaarboeken. Agricola: ,,Het jaarboek is geen beautycontest, geen wedstrijd, geen typische galerij der groten, het vertelt een verhaal en is een tijdsopname van landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland. Maar eerlijk is eerlijk, als je erin staat, heb je iets fantastisch gedaan’’.  

Niet alleen Agricola, architectuurhistoricus en regiodirecteur van ontwikkelaar BPD, riep op tot een grotere rol voor ontwerpers bij het zoeken naar oplossingen voor grootschalige maatschappelijke problemen, dat deden ook de vertegenwoordigers van de twee vakverenigingen en hoofdredacteur Mark Hendriks van vakblad Blauwe Kamer. 

Fantastisch vakgebied

Voorzitter Joeri de Bekker van de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL) zei bezorgd te zijn. ,,We hebben een fantastisch vakgebied, maar we moeten het gesprek aangaan. Ik zie hier voorbeelden die dat ook echt doen, ik hoor fantastische verhalen, ik zie ook een nieuwe generatie die ons laat zien hoe je een gesprek kunt lostrekken, jonge mensen die ons laten zien dat we nog lang niet klaar zijn met ons landje. Daar put ik hoop uit’’.

Ook Gido ten Dolle, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Kwaliteit van het ministerie van binnenlandse zaken en programmamanager van Mooi Nederland (voor een gedeeld beeld van de toekomst van het land en de inrichting ervan), zag blauwe lucht: ,,Ik ga op het ministerie zeggen dat we in Nederland heel veel ontwerpkracht hebben. Ook ontwerpend onderzoek valt bij ons op zijn plaats. Ik heb hier heel veel enthousiasme gezien’’.

Oplossingen

Mark Hendriks van Blauwe Kamer onderschrijft de oproep van Agricola om ontwerpers meer te betrekken bij het oplossen van grote vraagstukken. Volgens hem zien politici onvoldoende dat alle opgaven van deze tijd, van klimaatverandering, natuurherstel, het oplossen van de woningnood en de transitie naar duurzame energie en landbouw, bij elkaar samenkomen in de ruimte en juist daarom om de blik en toekomstvisie van ontwerpers vragen.’’ Net als de selectiecommissie denkt hij dat ontwerpers onvoldoende aan tafel zitten bij de partijen die beslissingen nemen, maar ook onvoldoende laten zien waartoe ze in staat zijn en de oplossingen die ze kunnen bieden.

Dat deed alvast wel de ontwerpstudie van Boom Landscape naar de ruimtelijke impact en economische mogelijkheden van de teelt van biobased bouwmaterialen. In drie studies laten de ontwerpers zien hoe teelt en gebruik van gewassen als vlas, lisdodde, hennep en hout de uitstoot van veel CO2 kunnen voorkomen, boeren een oplossing voor het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering en gebieden die onbruikbaar dreigen te worden een nieuwe, zichtbaar aantrekkelijke toekomst. Philomene van der Vliet van Boom Landscape toont zich tegelijk bezorgd en hoopvol. ,,Ik ben altijd bang dat een onderzoek in een la verdwijnt, maar achter het biobased bouwen zit een enorme drive, ook bij het ministerie’’.

Gebrek aan actualiteit

Hendriks en Agricola wezen ook op het geringe aantal stedenbouwkundige plannen onder de inzendingen en het gebrek aan actualiteit ervan. ,,Gezien de grote opgaven in Nederland, verheugden we ons op plannen voor grote ontwikkelingen. Het ontbreken daarvan was vorig jaar ook al een beetje zo. Met name de plannen voor woonwijken gingen niet over de grote nieuwe ontwikkelingen als klimaatverandering en energietransitie. Een verklaring kan zijn dat veel van die projecten vijftien jaar geleden zijn gestart, maar er nergens ruimte was om in te spelen op nieuwe omstandigheden of nieuwe opgaven. Is stedenbouw niet flexibel genoeg, trappen marktpartijen op de rem, zijn gemeenten te voorzichtig’’, vroeg Agricola zich namens de selectiecommissie af, zonder het antwoord daarop te weten. 

Werk te doen

Ook voorzitter Eric van der Kooij van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwkundigen en Planologen (BNSP) zag de armoe. ,,In het Jaarboek 2023 staan maar drie stedenbouwkundige plannen. Ik heb wat te doen als nieuwe voorzitter. We zijn inderdaad van de lange lijnen, maar de volgende keer moeten er meer stedenbouwkundige plannen in’’.

Deventer zelf heeft inmiddels zijn koers verlegd, bleek uit de bijdrage van gemeentelijk stedenbouwkundige Maarten Hanekamp. Lange tijd koos Deventer met een klein aantal ontwerpers een voornamelijk faciliterende rol waarbij het initiatief vooral bij de markt lag. ,,Toen ik twee jaar geleden begon, waren we met vijf ontwerpers, nu met twaalf. We zetten steeds meer die stip op de einder, hebben veel meer visie, zitten veel meer aan de voorkant en doen veel meer in coproductie.’’

De Deventer wethouder Thomas Walder (D66) noemde het Jaarboek 2023 een ode aan wat het vakgebied heeft opgeleverd. Hij moedigde de aanwezigen aan te blijven streven om als ontwerper aan de beslistafel te zitten. Het jaarboek is een uitgave van Uitgeverij Blauwdruk. ISBN 9789 4924 7464 3.

Publiciteit is welkom! Deel dit via:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *