Vakjury Deventer Architectuurprijs kijkt uit naar bezoek aan Deventer
De vakjury van de Deventer Architectuurprijs 2022 kijkt uit naar het bezoek dat zij binnenkort aan Deventer aflegt om de inzendingen voor die prijs te beoordelen. “Het is ontzettend belangrijk om te zien wat er in andere steden gebeurt. We zitten al teveel achter de vergadertafel”, zegt vakjuryvoorzitter Peter Michiel Schaap over de prijs die op 1 november in MIMIK wordt uitgereikt.
Schaap is directeur-bestuurder van het Groningse architectuurcentrum GRAS, dat behulpzaam was bij het aantrekken van deskundigen voor de vakjury van de prijs in Deventer, die voor het eerst door Architectuurcentrum Rondeel in samenspraak met andere partijen wordt georganiseerd. Volgens Schaap levert een jurering van nieuwbouwprojecten voor iedereen meer kennis op. “Of het project nu geslaagd is, of niet’’.
Belang van een architectuurprijs
De juryvoorzitter noemt het belangrijk dat ook Deventer een architectuurprijs heeft, zoals die in zijn thuisstad Groningen al jaren wordt gehouden. “Het is niet alleen de prijs die wordt toegekend, maar je maakt tegelijk een overzicht van wat er allemaal is gebeurd in de stad. We zetten altijd de hele lijst van inzendingen online, niet alleen de parels die genomineerd zijn. Het is echt een catalogus van de veranderingen in de stad. Je ziet dan ook of er progressie is of niet”.
‘Voor architectenbureaus is zo’n prijs ook belangrijk. Ze hechten er veel waarde aan’
Dat de Groninger architectuurprijs ook leeft bij de bevolking, blijkt volgens hem uit het aantal uitgebrachte stemmen voor de publieksprijs. ,,Dit jaar hadden we 10.000 stemmers. Dat is toch een groot aantal’’. Ook voor de deelnemers telt de prijsvraag, zegt hij. “Voor architectenbureaus is zo’n prijs ook belangrijk. Ze hechten er veel waarde aan”.
Criteria vakjury Deventer Architectuurcentrum
De precieze criteria waar de vakjury de inzendingen aan zal toetsen, worden de komende tijd nog fijngeslepen. “Maar in het algemeen kan ik zeggen dat het om aanzienlijk meer gaat dan de buitenkant van een ontwerp. Het gaat niet om gevelarchitectuur, maar hoe het programma van eisen is opgesteld en hoe dat is vertaald in het ontwerp. Om de uitwerking daarvan, wat de ambities zijn van de opdrachtgever, de architect en de bouwer, dat je vakmanschap ziet. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor wat een gebouw teruggeeft aan de stad. Daar zullen we zeker naar kijken”.
Ook komt de jury op basis van de bevindingen met aanbevelingen. Niet alleen voor de gemeente, maar voor alle partijen die betrokken zijn bij de totstandkoming van een gebouw. “Dat gaan we zeker doen, al ben ik wel wat treurig over de afgelopen jaren, waarin architectuur teveel gezien werd als luxe. Maar het is geen luxe, je bouwt aan de toekomst van de stad. Goede stedenbouw en architectuur is duurzaam. Goede architectuur gaat jaren mee, dat zie je wel aan onze monumenten. Die gaan al eeuwen mee”.
Architecten moeten meer vechten voor positie
Volgens Schaap moeten architecten meer vechten voor hun positie. “Ze hebben zich de laatste jaren de kaas van het brood laten eten. Ze zitten nu vaak als een van de adviseurs aan tafel. Vaak maken ze de plattegrond van een woning of gebouw niet meer en gebeurt de technische uitwerking van het ontwerp elders. Terwijl de kracht juist de combinatie van ambacht, creativiteit en kunstenaarschap is. Dat moet weer terug. De architect moet weer een centralere positie krijgen. Met daarvoor nog het stedenbouwkundig ontwerp”.